'Eigen' huisarts verdwijnt

De 'eigen' huisarts, die zijn of haar patiënten vaak jarenlang behandelt, wordt vervangen door regionale verbanden van artsen die elkaars patiënten behandelen. Hiermee hoopt men het dramatisch tekort aan huisartsen te kunnen opvangen. Nu al hebben een half miljoen mensen geen eigen huisarts, naar verwachting zal dit aantal over vier jaar gestegen zijn tot 4,5 miljoen.

Het tekort aan huisartsen is het gevolg van de toenemende vergrijzing in combinatie met een lage instroom. Oudere huisartsen treden steeds vroeger uit omdat zij niet meer opgewassen zijn tegen de gestegen werkdruk. Bovendien zijn studenten op de huisartsenopleiding voor het merendeel vrouwen die liever deeltijd werken. Daardoor moet een gepensioneerde huisarts vaak worden vervangen door twee nieuwkomers.

De meeste patiënten kunnen na vijf uur 's avonds of in het weekeinde nu al niet meer terecht bij de eigen huisarts of de groepspraktijk. Ze worden verwezen naar een nieuw centraal medisch centrum in de regio, waar ze het moeten doen met `de arts van dienst'. Omdat de opleidingen onvoldoende huisartsen afleveren zal dit systeem dus ook overdag moeten gaan functioneren. Voor de afbakening van de grenzen van een huisartsenpost geldt geen maximale afstand. Het criterium dat de huisarts bij spoedgevallen binnen 15 minuten aanwezig moet kunnen zijn, is twee jaar geleden losgelaten. Voor ambulances geldt dit criterium wel.