Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
"Je lijkt daar precies op pa", zegt mijn zus wanneer ze een foto 'uit de oude doos' op Facebook deelt. Mijn vader is daar een jaar of twintig, als KNIL-militair in Indonesië. Hij sprak er niet graag over. Het was te confronterend voor hem.
Ikzelf zie de gelijkenis niet meteen, maar als mijn zus zegt dat ik op die ouwe lijk, dan zal het wel.
In veel opzichten lijk ik zeker op hem. Zo scheren we ons allebei in de keuken, bij het aanrecht. Ik omdat ik geen badkamer heb, pa omdat hij vaak te lui was om naar boven te lopen. We strijden allebei voor rechtvaardigheid. Beiden hebben we een kalende plek achter op ons hoofd. Ik op mijn dertigste, die ouwe op zijn zestigste. En we kunnen er niet goed tegen wanneer iemand tegen ons staat te liegen.
"Misschien zie ik het niet, omdat ik ook niet zo vaak naar mezelf kijk", is mijn gedachte. Ik sta bijna nooit voor de spiegel. Wanneer mijn medereizigers in de trein mij wat grinnikend aankijken, weet ik al hoe laat het is. Dan zit er weer eens tandpasta op één van mijn wangen. Ik lach dan net zo hard mee en veeg het er met een natgemaakte duim af. Afgelopen week moesten mijn collega's erg lachen toen ik van het toilet kwam. Er hing een sliert toiletpapier aan mijn broek.
Een paar weken geleden heb ik de workshop 'Radical Honesty' gevolgd. Samen met zo'n twintig - voor mij onbekende - mensen praten we over 'eerlijkheid'. De eerste opdracht is solo. Wat betekent eerlijkheid voor mij? Beschrijf het in een paar zinnen. En teken vervolgens iets dat voor jou staat voor eerlijkheid. We delen het met de groep. Op mijn tekening staan de pootafdrukken van een hond.
Daarna verdeelt de workshopleider ons in duo's. Samen met een 'total stranger' bespreek ik een voorval uit het afgelopen jaar waarin eerlijkheid een rol heeft gespeeld. Ook hij bespreekt zo'n voorval met mij. Het idee is om uit het gesprek één woord te destilleren. Eén woord dat de lading dekt voor eerlijkheid. Mijn gesprekspartner geeft mij het woord 'veiligheid'. Wanneer ik mij veilig voel bij iemand, durf ik open te zijn en is er een basis om 'radical honest' te kunnen zijn.
Met dat woord op zak, zitten we na de pauze in groepjes van drie. In een gesprek zoeken we naar één woord dat onze drie woorden met elkaar verbindt. Wederom mogen we daar een tekening van maken. Ons gemeenschappelijke woord is 'kwetsbaarheid'. Samen met de andere groepen bekijken en bespreken we de woorden en de gemaakte tekeningen.
Dan volgt de laatste opdracht, wederom een solo-opdracht. Iedereen zoekt een plaats in de ruimte. Overal hangen spiegels. Dat zie ik nu pas... "Ga voor de spiegel staan, kijk naar jezelf zonder te oordelen. Voel wat er in je opkomt. Je mag je ogen sluiten als je dat wilt."
Het licht is gedimd. Er klinkt klassieke muziek door de zaal. Zo'n minuut of acht kijk ik in de spiegel. Wat we hebben besproken die avond, trekt aan mij voorbij. Het afgelopen jaar trekt aan mij voorbij. Dingen waar ik tegen aanloop. Dingen die ik anders wil doen. Na een minuut of drie begin ik wat scheel te kijken. Mijn ogen staan van nature niet helemaal recht, dus wanneer ik scheel kijk, staan ze voor de kijker zeg maar recht. Ik kijk nog steeds in de spiegel. Nu recht. En zie opeens... Het gezicht van mijn vader. Precies. De grijze haren. Zijn grijsblauwe ogen. Een strenge blik. Zijn wilde wenkbrauwen. Bakkebaarden. Ik denk een moment aan de woorden van mijn zus.
Toch is het gevóel dat dit beeld mij geeft, niet een uiterlijk beeld. Nee, het zijn juist de dingen waar ik mee zit. De dingen die ik anders wil doen. De dingen die van binnen zitten. Díe dingen zie ik in de spiegel. Ik zie waar ik vandaan kom. De dingen waar ik vandaag mee te maken heb, zijn geworteld in het verleden.
Ja, ik lijk in meerdere opzichten op pa 7sloten. Het is bijzonder en confronterend tegelijk. Om te begrijpen wie ik nu ben, zal ik wat vaker in de spiegel moeten kijken. En ook achterom. Om vervolgens weer vooruit te kunnen kijken.