Nederwaard: Nieuwscentrum Perspoort

Op dinsdagochtend schrijft LvanLier over de gebeurtenissen in de fictieve provinciestad Nederwaard. Het Hollandse politieke, culturele en maatschappelijke landschap in het klein. De vorige aflevering lees je hier.

“Nee, natuurlijk niet. Man, ik vlieg vanbinnen in de fik van dat spul!” Beslist sloeg Luc van Lier het aanbod van zijn kamergenoot af. Cointreau was desastreus voor het herstelproces. Maar de stemming leed er niet onder, in de tweepersoons ziekenzaal. De gevierde journalist en zijn kamergenoot, internetpublicist AartsVijand, genoten met volle teugen van het politieke gerotzooi in en om het Nederwaardse Gemeentehuis. Er ging geen dag voorbij, of er was wel weer een volgende bijeenkomst in Nieuwscentrum Perspoort. Een hoop rumoer over de compromitterende foto’s over de buitenechtelijke seksuele escapades van Tjeerd Schilders, die uiteindelijk toch waren gepubliceerd na de moordpoging op Luc. Ad Flink, die in een brief schreef dat hij grote moeite had met de uitspraak van Tjeerd Schilders aan de onderhandelingstafel dat hij tijdens de presentatie van het bestuursakkoord keihard zou roepen dat Ads vrouw een vuile hoer was omdat dat mocht van de afspraken over vrije meningsuiting en respect voor elkanders mening. Het was Ads persoonlijke keuze, dit niet langer aanvaardbaar te vinden. Over de herrie die daarover in de fractie ontstond. Nog meer tumult over fractiegenoot Catherine Fernandez die het met Flink eens was, en die rare samenwerking ook niet zou steunen. Over de achterkamertjeschantage die op de twee dwarsliggers in de fractie van de CDA werd uitgeoefend. Over dat Ad en Catherine met een waterig compromis kwamen dat zou inhouden dat ze de zaak nog even zouden aankijken. Over Tjeerd Schilders die voor het weekend de stekker eruit trok. Over de chagrijnige koppen van Mart Schutte en Michiel Verharen toen dat plompverloren werd gemeld. Schutte met geweeklaag over een bijna afgerond akkoord waar rechts Nederwaard zijn vingers bij zou aflikken. Bemiddelaar Langbeen die zijn  missie wel als mislukt moest beschouwen. Het onverwachte vertrek van Ad Flink uit de politiek. Een extra vergadering van de gemeenteraad. En opeens als een duveltje uit een doosje de mededeling van Tjeerd Schilders dat het PVV alsnog wilde onderhandelen. Verwarring alom, en Mart Schutte en zijn VVB die volkomen de regie waren kwijtgeraakt. Luc en AartsVijand waren het er wel over eens. Zelden werd de Nederwaardse politiek bepaald door zo’n incompetent zooitje. De heren waren niet bij de televisie en hun draadloze internetlaptops weg te slaan.

Lucs moeder hing met enige regelmaat aan de telefoon. “Gaat het goed met je, jongen? Blijf je wel van de zustertjes af?” Ach, mama Van Lier was weliswaar volwassen geworden tijdens de Flowerpowertijd, maar de losbandigheid die tekenend was voor die late jaren-60 was totaal aan haar voorbij gegaan. Altijd hard gewerkt in de drukkerij van pa, een heel regiment kinderen gebaard en veel te vroeg afscheid van haar dierbare echtgenoot moeten nemen. “Waar is papa, jongen? Hij komt nooit eens langs.” Ze sleet haar dagen nu in een groezelig bejaardentehuis, met dank aan de marktwerking. Ze had een hoofd vol schaamte. Want in de spaarzame heldere momenten die ze nog had, realiseerde ze zich dat haar Christelijke Democraten Alliantie, waar ze altijd zo’n rotsvast vertrouwen in had gehad, was afgegleden tot een stel politieke opportunisten dat de begrippen “waarden en normen” inmiddels als oud vuil in de kliko had gesmeten, en in zee wilde met een partij die qua respect voor de ander mijlenver afstond van het gedachtegoed waar zij altijd in had geloofd. “Wanneer maak je daar nou eindelijk eens definitief gehakt van, jongen?” Tsja, Luc stond wat dat betreft met een mond vol tanden. Vanuit het ziekenhuis kon hij niet echt veel invloed uitoefenen op de berichten die de Nederwaardsche Courant publiceerde. Met veel pijn en moeite had Luc er nog een commentaar weten uit te persen over Mees van der Gaai van de Reformatorische Federatie, die het PVV wel wilde steunen. Onbegrijpelijk, dat zo’n partij met zulke ultra-orthodoxe Godsdienstige opvattingen in zee wilde met een partij die een andere orthodoxe religie met wortel en tak zou willen uitroeien… De politiek was gek geworden.

En dat terwijl de televisiedochter van de krant er ook al geen hout van bakte. Iedere ochtend op de publieke zender een programma. Ochtendflits. Vanuit een armoedig decor wat zouteloze interviewtjes. Nee, het wilde nog niet zo vlotten met de stappen die zijn krant richting andere media zette. Het dieptepunt was wel een itempje over de literatuurprijs die de Nederwaardse Lokaal Spoorwegmaatschappij had uitgeloofd. De passagiers mochten stemmen via een website. Jammer dat het draadloze internet in de treinen na jaren knutselen nog steeds niet werkte. Maar dat hete hangijzer werd in de uitzending zorgvuldig gemeden, evenals de vraag, waarom het spoorbedrijf uitgerekend een boekenprijs uitloofde terwijl het papieren spoorboekje recentelijk was wegbezuinigd. En dan dat programma Nieuwsmuur, gepresenteerd door Twan Luys en Mariëlle Driebeke. Wilde ook nog niet erg vlotten. Temeer daar de talentvolle presentatrice Elvira Jinecz haar baantje was verloren omdat ze tegenwoordig samenwoonde met penose-advocaat Bram Moskoviter. Dat vond men journalistiek niet zo handig.

“Wat ben je stil, Luc!” Kamergenoot en inmiddels goede vriend AartsVijand keek de geplaagde journalist onderzoekend aan. “Je zou eens op een terras voorbij je eigen ego moeten gaan zitten denken!” Luc barstte los: “Ik ben het zo enorm spuugzat, dat gelanterfanter op deze kamer! Ik wil naar de krant. Ik wil inderdaad op het terras mijn contacten spreken. Ik wil stevige stukken schrijven. De stad opschudden. Maar nee hoor. Hier zit ik. Voor lul met een zooi hechtingen in mijn buik, een stel aan mekaar genaaide darmen en een infuus in mijn poot. Ik wil eropuit!” Zijn kamergenoot sprak hem sussend toe. En vertrok om beneden in de hal van het ziekenhuis als traktatie twee broodjes met roomkaas te halen.

Na een poosje kwam de schreeuwcolumnist weer terug. Met de twee beloofde broodjes. En de mededeling dat er bezoek voor Luc was. Luc keek op, zag zijn gast het hoofd om de deur steken en barstte uit in een bulderende lach: “Hee Teenk, wat doe jij hier?”