Ontmoeting
Ze hadden elkaar ontmoet op een feestje. Hij was een vriend van Joshua, zij een vriendin van Elle. Zij was daar met haar vriend, hij met zijn vriendin. Toen ze hem een hand gaf om zich voor te stellen, ging er een schok door haar heen en haar wangen kleurden rood. Hij keek haar aan met een zodanig intense blik, dat had ze nog nooit meegemaakt. Verlegen draaide ze zich van hem af. Haar hart klopte als een bezetene en het duizelde haar. “Lieverd, gaat het wel goed? Wil je even zitten?” vroeg haar vriend. Gelaten liet ze zich meetronen naar de bank, en nipte van het water dat haar aangereikt werd. “Ja, het gaat prima, alleen een beetje duizelig. Misschien te weinig gegeten” antwoordde ze hem. Vanonder haar wimpers gluurde ze voorzichtig naar de jongen aan de andere kant van de ruimte. Hij leek ook van zijn stuk te zijn.
And she stried so hard to steer away from
The meeting place,
But her heart had left her there
De gehele avond kon ze haar ogen niet van hem afhouden. Ze vroeg zich af wat dit te betekenen had. Hij was niet eens echt haar type, bovendien veel te oud voor haar én ze had verdorie een vriend waar ze heel gelukkig mee was. ‘Ik lijk wel gek’ mompelde ze in haar glas. Een zijdelingse blik op haar verkering vertelde haar dat hij niets zag van de plotselinge sterretjes in haar ogen en haar wangen die, nu ze flink rood waren, nog meer de naam ‘appelwangen’ eer aandeden dan eerst. “Ik ga nog even wat drinken pakken” zei ze tegen haar lief, en ze liep met enigszins knikkende knieën naar de keuken. Met trillende handen pakte ze een glas en liep naar de kraan. “Hee, Caroline was het toch?” Van schrik glipte het glas uit haar handen en spatte in honderden glinsterende splinters uiteen. Haar wangen werden zo mogelijk nog roder van gêne. “Oh sorry, fuck, ja Caroline, eh, weet jij waar ze hier eh, eh..” “Veger en blik?” vulde hij haar aan met een geamuseerd lachje. “Ja, dat bedoelde ik” bloosde ze. “Zo terug” knipoogde hij en liet haar alleen achter met haar zooi. Voorzichtig probeerde ze met haar vingers de grootste stukken van de vloer te vissen. Toen ze opkeek stond hij daar, schutterig met een veger en blik in zijn hand, naar haar te kijken. Ze stond op en de woorden die ze wilde zeggen stierven op haar lippen. Ze verloren zichzelf in elkaars ogen. Zij merkte niet eens dat het glas haar gesneden had, en het bloed langzaam over haar vingers, handpalm en pols liep. Haar vriend, die de keuken inliep, verbrak de betovering. Het glas werd opgeruimd, het bloeden gestelpt en haar vriend trok haar mee om andere mensen te ontmoeten.
De rest van de avond was voor haar één grote waas en de enige die ze scherp zag was hij. Toen ze vertrokken keek ze hem aan en fluisterde alleen nog een zacht tot ziens. Daarna snelde ze achter haar vriend aan, voor die zich afvroeg waar ze bleef. Ze stapte in de auto, startte hem en reed weg, zonder naar het gepraat van haar vriend te luisteren, haar ogen op de weg, terwijl ze niets zagen.
She clings to his consciousness
Wherever he lays
He struggles to sleep at night
And during the day
He's worried she's waiting in his dreams
To drag him back to the meeting place
His love had left him there
Where her voice still echoes
Hij kon haar niet vergeten. Haar ogen, haar lach, haar rode wangen. Nog nooit had hij zich zo verloren in iemand anders. Zijn vriendin had opgemerkt dat hij zo afwezig was, de laatste dagen. “Ik heb het erg druk op het werk” en “Moe” waren zijn steevaste excuses, en daar nam ze genoegen mee. Via vrienden was hij aan haar e-mailadres gekomen en hij zocht moed voor het eerste berichtje. Toen zijn vriendin op een middag aan het shoppen was met vriendinnen, zette hij zich voor de computer en in een roekeloze bui schreef hij een onschuldig maar plagerig berichtje. Nu was het afwachten tot ze terugschreef. Een paar minuten later al hoorde hij het overbekende riedeltje van een binnenkomende mail en hij vloog naar zijn inbox. Spam, jahoor. Chagerijnig stond hij op en wilde naar de keuken lopen toen hij weer het riedeltje hoorde. Hij draaide zich om naar de computer en daar was haar antwoord, een ongelezen emailtje pronkend in zijn inbox. Vanaf dat moment vlogen de e-mails en smsjes heen en weer, steeds minder onschuldig. Het vuur spatte er vanaf, hij vernieuwde zijn inbox constant en zijn F5 knop begon te slijten. Na twee maanden kwam het tot een climax; ze zouden elkaar weer zien.
For weeks they had strolled around,
Playing the fools.
They knew the time would come and time would be cruel
Because it is cruel to everyone
Ze spraken af in een drukke winkelstraat. Ze had zich verdekt opgesteld, ze wilde hem zien voor hij haar zag. In haar broekzak voelde ze haar mobiel afgaan. “Waar ben je?” las het smsje. “Bij het bankje” luidde haar vage antwoord. “Er zijn hier honderd bankjes. Waar ben je?” Ze stond op en begon hem te zoeken. Ineens zag ze hem daar staan, precies op het moment dat hij haar zag. Haar hart begon als een razende te kloppen en haar handen werden zweterig. Volkomen kalm liep hij op haar af en zoende haar drie keer op haar wangen, sociaal volledig correct. “Zullen we ergens iets gaan drinken?” stamelde ze. Samen liepen ze naar een snoezig restaurantje in een achteraf steegje. Koetjes en kalfjes was alles waar ze over praatten. Ze wilde niets aansnijden dat met hun relatie te maken had, of met de toekomst. Immers, kon ze wel spreken van een toekomst? Na een halfuur pakte hij opvallend haar handen en begon ze te aaien. Het bloed schoot naar haar wangen en ze werd duizelig van verliefdheid. Ze wilde dat dit moment eeuwig kon duren, dat ze niet hoefde te denken aan haar vriend die trouw als een hond op haar zat te wachten thuis, niet aan zijn vriendin, niet aan de onmogelijkheid van hun samenzijn.
Na een uur moest hij weg. Ze gaven elkaar een laatste omhelzing. De omhelzing was zó vol passie en liefde. Ze wilde hem zoenen maar durfde het niet te doen. Dat zou het zo definitief maken. Dat zou betekenen dat ze haar vriend bedroog. Maar diep vanbinnen wist ze dat ze hem allang bedrogen had, want haar hart behoorde aan een ander toe. Tegelijk bouwde in haar een gevoel van verdriet en verlies. Hun relatie was onmogelijk, Romeo and Juliet was er niets bij. Ze konden elkaar niet meer zien. Maar ze zou hem nooit vergeten. Ze gaf hem nog een laatste kus op zijn voorhoofd en ze draaide zich om, liep weg, de nacht in.
He's crying out from the meeting place
He's stranded himself there
Where her voice still echoes
“I'm sorry I met you darling,
I'm sorry I met you."
As she turned into the night, all he has was the words,
I'm sorry I met you darling,
I'm sorry I left you.”