Marco, ti amo, il mio eroe
Mijn absolute sportgod van het laatste decennium nam vorig jaar een tragische beslissing om zich van het leven te beroven. Eenzaam en zwaar depressief nam hij in een hotelkamer een overdosis cocane.
Waarom, Marco, waarom. Het afgelopen jaar heb ik het mij wel honderd keer afgevraagd. Misschien is het feit dat ik en zovelen hem als een God zagen wel net de oorzaak ervan geweest.
Marco Pantani was een unieke wielrenner. De laatste chte “berggeit”. De laatste chte grote wielrenner in de volledige zin van het woord.
Pantani was uniek, hij maakte zijn droom waar. Hij werd de beste klimmer van zijn generatie. Pantani hield van de fiets, Pantani hield van de bergen.
Nooit vergeten we de Tour van 1995, hoewel hij het jaar voordien al op het Giro-Podium stond en enkele giroritten had gewonnen was Marco nog onbekend bij het grote publiek en bij een groot deel van het peloton.
Het was midden het grote “Indurain-tijdperk”, wie nu denkt dat Lance “The Boss” Armstrong de Tour domineerde, heeft nooit de “Grote Miguel Indurain” zien rijden. De concurrentie was ronduit bang van de stille onbeweeglijke Miguel. Iedereen mocht ritten winnen van “de Grote Zwijger” zolang men maar zijn “Maillot Jaune” niet in gevaar bracht.
Net op dat moment verscheen Marco ten tonele. De blik van Indurain toen opeens de kalende Italiaan uit zijn wiel de bergflank opschoot is onvergetelijk. Voor het eerst sinds jaren verscheen er terug spektakel in de Tour. Marco won op schitterende wijze enkele Tourritten in die periode. De wielerwereld en de toeschouwers sluiten hem in de armen.
Marco was ook een tragisch figuur, tijdens zijn carriere werd hij vele keren het slachtoffer van vaak zelf veroorzaakte verkeersongevallen. De ene keer ramde hij met zijn “Land Rover” in een straat een tiental geparkeerde auto’s, de volgende keer reed hij recht op een overstekende kat met de fiets, zijn revalidaties zijn ontelbaar.
Marco leefde niet, hij wrd geleefd. Hij werd opgeslorpt in een wereld van interviews, tv-uitzendingen en honderdduizenden uitzinnige tifosi. Men joeg hem ver over zijn fysieke en vooral psychische grenzen. De pers stortte zich als een meute uitgehongerde wolven op elk succesje en elk schandaaltje. Hij stortte in elkaar.
Maar eerst zou hij nog zijn grootste triomf vieren. In een tijdperk waarin niemand het nog voor mogelijk had gehouden won hij de Giro n de Tour in 1 seizoen.
Van dat moment af was er enkel nog ruimte voor “miserie”. Marco werd opgejaagd, door de pers, door de Italiaanse anti-dopingbrigades, door supporters als mezelf die hem aanbaden.
Pantani probeerde nog enkele keren terug te komen. En bij elke poging zagen we opnieuw waarom we die held zo gemist hadden de jaren dat hij er niet was. Met de chte grinta van een kampioen nam hij het in de tour van 2000 tegen Armstrong. Hoewel hij hl goed wist dat hij fysiek allang niet meer opgewassen was tegen een renner van het kaliber van “The Boss” verzorgde hij een spektakel dat we in geen enkele andere Tour de Lance meer te zien zouden krijgen. Op de legendarische Mont Ventoux zagen we Marco als een echte jojo aan het werk. Hij weigerde te lossen en kwam telkens met een grijns van pure wilskracht terug op Armstrong. Die besloot hem op de meet de ritoverwinning te gunnen. Pantani voelde zich zwaar beledigd.
Het was het laatste grote optreden van “El Elefantino” , hij bezweek opnieuw onder de druk. Pantani raakte zwaar aan de drugs, liet zijn flaporen bijwerken om van de door hem zo gehate bijnaam af te geraken, en bleef van de fiets. De liefde voor het wielrennen bleek voorbij.
Maar nog n keer kwam “El Pirata” terug, in de Giro van 2003 verscheen hij tegen alle verwachtingen in aan de start. Hij eindigde 14de, maar elke tifosi hoopte opnieuw op een comeback.
Maar het zou niet mogen zijn, Marco werd opgenomen in psychiatrische instelling met een zware depressie. Zijn werkgever schorste hem, omdat niemand nog wist waar hij uithing. Hij werd tot een paar keer toe in een ontwenningskliniek op Cuba gesignaleerd. Het idee van afkicken van drugs in Cuba lijkt mij al even logisch als van een alcoholverslaving in een brouwerij afraken.
Ik bleek mij niet te vergissen. Enkele maanden later werd duidelijk waar hij was.
Marco Pantani, pas 34 jaar stierf eenzaam en alleen op een hotelkamer in Rimini na een overdosis cocane, antidepressiva en kalmeringsmiddelen. De laatste God van het wielrennen besloot een martelaar te worden.
1 jaar na zijn dood zijn er nog vele vragen die rijzen. Op zijn begrafenis zagen we een ongezien grote meute fans.
Een jaar na zijn dood duiken ook nog vele anekdotes op over deze kampioen.
Zo vertelde de Oostenrijker Luttenberger hoe Pantani zich opeens midden een bergetappe in een Ronde Van Zwitserland bedacht dat hij vergeten had zijn moeder te bellen die ochtend. Hij vroeg aan hem of hij wist waar er ergens een telefooncel was langs het parcours. “Ik grapte nog, binnen enkele km passeren we een skistation” Eens daar gekomen stapte Marco effectief bij een telefooncel af ! Het volledige peloton keek met verbazing toe, maar enkele kilometers later kwam hij gewoon weer aansluiten bij het peloton. Vloekend dat hij geen Zwitsers geld bij zich had.
Jaar 1 na Pantani, en het wielrennen is terug op zijn gewone plooi gevallen.
Voor mij is het wachten op een nieuwe sportheld. Maar ik zie in deze commercile sporttijden niemand meer in aanmerking komen.
Ode aan Pantani door Guido Belcanto:
http://www.viavanoudenhoven.be/pantani.wmv