Terugkeer van de verloren zoon

Vorige week zondag was het dan ineens toch een feit. FC Utrecht speelde tegen Roda JC en in de opstelling lazen we een naam, die al tijden niet meer in de Utrechtse opstelling was opgedoken. Na een lange periode in Schotland, was het na enkele eerdere, mislukte flirts dan toch gelukt. Michael Mols verdedigde wederom de kleuren van de Utrechtse volksclub en deed dat al langer dan menigeen, hijzelf incluis, voor mogelijk had gehouden.

Michael Mols speelde als jongen in de opleiding van Ajax, maar haalde daar nimmer het eerste elftal. Mols koos voor de weg der geleidelijkheid, min of meer noodgedwongen. Hij speelde een tijdje voor Cambuur Leeuwarden. Daar rijpte hij en wekte de interesse van FC Twente, dat hem haalde als vervanger voor Ronald de Boer. De spits werd daar volwassen, maar was ook niet erg constant in zijn prestaties. Vandaar dat FC Twente hem ook liet vertrekken naar FC Utrecht. In Utrecht werd Mols groot.

De laatste jaren zal er geen speler zijn geweest, die bij een subtopper zo’n hoog niveau haalde. Mols speelde zoals je zou verwachten bij een spits van Ajax, Feyenoord of PSV. Hij scoorde er lustig op los, maar liet vooral de prachtigste acties zijn. Dribbels, passeerbewegingen, slimme doelpunten. Je kon het niet verzinnen of Mols deed het in zijn Utrechtse periode. Goed beschouwd was hij misschien wel de beste speler in Nederland op dat moment. Het was dan ook logisch dat Mols een cultstatus verwierf onder de Utrechtse fans. Een status die hij behield, ook na zijn transfer naar de Rangers. Het is tekenend voor de verhouding tussen Mols en het publiek dat iedereen hem die overstap gunde.

Mols had zijn gedroomde transfer naar een topclub te pakken en begon fantastisch in Glasgow. Helaas raakte hij er zwaar geblesseerd, wat zijn loopbaan feitelijk brak. Mols kwam terug, maar niet meer op het niveau van voor zijn blessure. De sierlijke spits ging steeds minder spelen voor de Rangers en niet zelden doken er geruchten op over een op handen zijnde transfer van Mols. Daarbij viel naast de namen van verscheidene Engelse clubs ook altijd wel de naam van FC Utrecht. Die club had na de periode Mols met Dirk Kuijt en Igor Gluscevic heus niet zo te klagen over de spitsen, maar de status die Mols in de Domstad had opgebouwd was al reden genoeg om hem terug te willen hebben. Hij bleef de Rangers echter trouw en deed dat tot afgelopen zomer, toen zijn contract afliep.

De interesse bleef grotendeels uit, Mols was op leeftijd en er waren twijfels over zijn fysieke gesteldheid. Vanuit het standpunt van een zenuwachtige manager, die weet dat elke aankoop een hit moet worden, was het dan ook begrijpelijk dat er geen club was die het aandurfde met Mols. In de huidige voetbalwereld is resultaat op elk gebied heilig en wie een miskoop doet, moet vrezen voor zijn positie.

Plots werd toen de stilte rond Mols doorbroken. Kranten berichtten dat hij voor een club uit Qatar zou kiezen, in navolging van de broers De Boer. Het leek er dus op dat de ballerina op kicksen zijn pirouettes zou gaan maken in Qatarese zandbakken. Achteraf bleek het loos alarm. Mols zag er zelf vanaf en behoedde zichzelf hiermee voor het lot van de gevallen vedette in deze eeuw. Poenscheppen in de anonimiteit had Mols ook niet gepast. Mols wilde nog één keer zijn kunnen tonen aan ware voetballiefhebbers.

Welnu, daarvan zijn er genoeg in Utrecht. Wie de eerste aanzet heeft gegeven, is mij niet bekend. Logisch was het wel. Utrecht heeft in Hans van de Haar een aardige, maar wat statische spits. Als hij ontbreekt, moet men het doen met de vooralsnog lui ogende jongeling Prince Rajcomar en de zichzelf schromelijk overschattende Sandro Calabro. Juist in een seizoen waarin men op beide vleugels een speler heeft lopen die zich in de belangstelling van de bondscoach mag weten, is het leuk om een goede spits te hebben. Mols werd dan ook gepolst en hij hapte toe. Het werd een feit: de verloren zoon was terug.

Tegen Roda JC viel op dat Mols nog werk te doen heeft. Logisch, hij mist wedstrijdritme. Wel waren er weer vlagen van zijn brille van weleer te zien. Het is te hopen dat Mols straks weer helemaal fit is en zijn niveau van toen kan benaderen. Evenaren zal welhaast onmogelijk zijn, hoe graag hij en de club dat ook zullen willen. Alleen daarom al verdient Mols een berg respect. Hij was al een soort mythologisch figuur en het is algemeen bekend dat een mythe in de loop der jaren alleen maar groeit, mits het tegendeel bewezen wordt. Boze tongen fluisteren zelfs dat Johan Cruijff daarom geen bondscoach durft te worden, bang als hij zou zijn om zijn eigen mythe te doorbreken. Mols neemt dat risico wel, hoewel het ook moeilijk voor te stellen is dat het Utrechtse publiek hem weg zou honen. Maar hoe dan ook, Mols durft het aan om eventueel voor het oog van zijn trouwste fans af te takelen en oud te worden. Dapper. Zo dapper dat je het hem gunt om weer te gaan vlammen en dat je hoopt dat die aftakeling niet komt. Dat er straks weer mooie goals en acties zijn te zien en dat de ballerina weer langs de verdedigers danst. De Utrechtse grasmat mag weer dienst doen als bühne. Als er ook maar een greintje rechtvaardigheid bestaat in het voetbal, dan wordt de verloren zoon in de rest van dit seizoen één van de smaakmakers in onze competitie. Dat gunt u hem toch ook?