Hoe een koe een vos vangt

Diezelfde man gaat die avond naar huis en krijgt daar waarschijnlijk een oer-Engels kwaliteitsbiefstukje voorgeschoteld. Ik kijk naar de homp vlees die op m'n bord ligt en probeer me voor te stellen van welk deel van de koe dit komt. Niets. Ik heb, toen ik klein was, wel eens een koe getekend, maar ik weet zo goed als zeker dat ik dit deel er nooit bij heb getekend. Ik probeer me een stel koeien in een weiland voor de geest te halen, maar het enige vage beeld wat bij me opkomt is een uitgestrekt groen, met ergens in het midden een gele balk die stilstaat. De bio-industrie bloeit en daar passen natuurlijke zaken als gras en weilanden niet in. De mineraalboekhouding moet sluitend zijn en gras werkt nu eenmaal storend tussen de hele waslijst chemicaliën die we in die beesten stoppen. Vlees- en visafval, hormonen, cortisonen. In één koe gaan meer chemicaliën dan Akzo Nobel in een jaar produceert en dat krijg je dus ook op je bord. We roepen moord en brand over ‘de voedselketen’ als er in Roemenië cyanide in een rivier wordt geloosd, of een tanker voor de kust van Frankrijk olie dumpt, maar we voeren onze eigen dieren ondertussen middeltjes die een doorgewinterde pillenslikker nog niet verteert.

We schakelen de biogenetische industrie in om efficiëntere koeien te maken. God heeft z'n huiswerk niet goed gedaan, of het past in ieder geval niet in de hedendaagse maatschappij, die ouderwetse analoge beesten. Dat loeien geeft alleen maar lawaai en het voeren doen we wel intraveneus, dus het gen voor het hoofd kan er wel tussenuit. Fantasie? Allerminst, de eerste foetussen van koeien zonder hoofd zijn al ingevroren voor verder onderzoek, om nog maar over muizen, varkens en kippen te zwijgen. Poten zijn ook nutteloos, we proppen ze toch met z'n honderden in een veel te benauwende ruimte, daarbij lopen ze toch al niet veel. Wel even eraan denken om de uiers aan de bovenkant te zetten, want opengeschuurde tepels levert productieverlies en dat willen we niet.

Ook de slachthuizen hebben we gemoderniseerd. Niks geen messen, hakbijlen of ander snijdgereedschap. Gewoon een flinke stroomstoot, misschien twee als hij wat tegenstribbelt en dan de lopende band op, richting de vilmachine. Het slachthuis is een hypermoderne fabriek geworden, waarin managers met hun vingers op het horloge tikken en de researchafdeling contact opneemt met de biogenetische industrie om smallere koeien te maken, omdat ze niet in de machines passen.

Vijftig jaar geleden zijn er verschrikkelijk dingen tegen de mensheid gebeurt waarvan we hebben gezegd dat ze nooit meer mogen gebeuren. Nu nog gruwelen we van de verhalen en rouwen we om de doden. We zouden ons lesje leren, maar ondertussen zijn we zelf hard op weg hetzelfde te doen. De bio-industrie als het moderne Mengele-instituut, het westerse concentratiekamp. We experimenteren erop los, oormerken de dieren, tatoeëren ze, stouwen ze vol met de grootste rommel en meppen de beesten bont en blauw als we ze in Antwerpen proberen te verpatsen. We zien geen koeien meer, maar biefstuk in ontwikkeling, vlees in de maak. Een tijd geleden werd het idee geopperd van vee-flats in Nederland. Koeien en varkens op de 3e verdieping. Nog dichter op elkaar gepakt, nooit meer naar buiten. Beschaving.

In Engeland zijn de koeien al zo maf als een schuurdeur, Duitsland volgt, Nederland heeft er mee te maken, Frankrijk, België en sinds kort ook Italië. Moeder natuur slaat terug. Het begin van de akkerbouw en de veeteelt wordt vaak aangegeven als het begin van de beschaving, de moderne tijd, en datzelfde is nu precies wat ons tot beesten maakt. We zien de beelden van varkens in een grijper, van idiote koeien en samengepakte dioxinekippen, maar richten onze blik weer op de tv. "Goh wat erg voor die boer, dat moet een flinke financiële strop zijn," terwijl er weer een hap vlees verdwijnt.

Maar ze hebben groot gelijk, het jagen op vossen is onmenselijk. Een oneerlijke strijd, voor het plezier van de mens, walgelijk. Dan hadden ze die energie beter kunnen steken in het optimaliseren van het boerenbedrijf, dan betaal je de volgende keer 3 cent minder voor je biefstuk. Dat is pas menselijk.