De Villa deel 4: het Bed

deel 1
deel 2
deel 3

Ben opende de deur naar de hal zo zachtjes mogelijk. Als het beest voor de deur stond had hij een probleem. Hij stak zijn hoofd door de kier en keek links en rechts de gang in. De gang was leeg. Ben sloop de hal in. Hij moest de trap naar beneden weer zien te vinden. Als hij eenmaal weer beneden was, dan kon hij misschien de gang naar de keuken vinden. Of welke deur dan ook, als hij maar naar buiten leidde. Zo zachtjes mogelijk liep Ben door de gang. Aan het einde stak hij zijn hoofd rond de hoek en staarde de volgende lege gang in. Degene die dit huis had laten bouwen was niet goed bij zijn hoofd, of een sadist, dat kon natuurlijk ook. Al hing er maar iets aan de muur waarmee je je plaats kon bepalen, of waarop je je kon oriënteren, maar niets. Iedere gang was gelijk aan de voorgaande. Ben trippelde de hoek om en stopte. Hij had zeker een geluid gehoord. Een klik. Ben draaide zich om. Een van de deuren waar hij net langs was gelopen stond ineens op een kier. Door de kier was licht te zien van de kamer erachter. Ben liep voorzichtig terug en keek door de kier. Twee ogen keken terug.

'Ben?' klonk het van binnen.
'Harold? Jezus, ik schrik met kapot!'
Harold opende de deur, 'ging jij niet naar huis?'
'Jawel, maar ik kan de uitgang niet meer vinden!'
'Jezus, mietje. Kijk, je gaat daar die gang in, en dan is het aan het einde de trap naar beneden en dan wijst het zich vanzelf. Het is hier vet groot man! Al die kamers! We moeten ze eigenlijk allemaal openbreken.'
'Ik heb je toch gezegd dat ik niet meer meedoe', zei Ben, 'heb je dat geluid niet gehoord?'
'Ach jongen, stel je niet zo aan. Er is helemaal niks in dit huis! Alleen veel stof, en veel deuren.'
Harold grijnsde naar hem. 'Mietje! En je wilt niet weten wat ik in deze kamer heb gevonden. Moet je eens op die tafel achterin kijken!'
Ben liep in de richting die Harold had aangewezen. Op de tafel lagen een aantal plastic zakken.
'Is dat...?' vroeg Ben.
'Ja!' riep Harold, 'Heroïne! Kilo's! Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik was al bezig!'

Ben keek Harold aan en zag hoe klein zijn pupillen waren. Hij aarzelde.
'Is het goed spul?'
'Mieters man! Echt, je weet niet wat je voelt! En er is genoeg voor iedereen in dit huis!'
Met trillende vingers pakte Ben de lepel die nog warm was van Harolds gebruik. Hij voelde hoe zijn lichaam een shot nodig had, en klemde de lepel stevig in zijn linkerhand. Met zijn rechterhand legde hij voorzichtig wat van de heroïne op de lepel en hield de groene aansteker eronder.
'Dude, lag dit er allemaal al of is dat van jou?'
'De shit lag er al, en de spulletjes in de la. Heel veel lepels, spuiten en aanstekers. Relaxt toch!'
Even aarzelde Ben. Wie zou dit nou allemaal zo laten liggen in een verlaten villa? Maar toen hij zag hoe het witte poeder langzaam en vertrouwd veranderde in het doorzichtige bruin, had hij geen oog meer voor iets anders. Zonder iets te morsen goot hij het in een spuit. Hij stroopte zijn broek op, en zocht naar een ader rond zijn knie. De aders op zijn armen waren al helemaal kapot, daar kon geen gaatje meer bij.
'Heb je een touwtje voor me?' vroeg hij aan Harold.
'Wat?' Harold keek versuft op vanuit achterin de kamer, waar hij in kastjes zat te rommelen, 'nee, doe maar gewoon, je voelt het sowieso wel.'
Op goed geluk spoot Ben de heroïne in zijn knie en voelde het na een paar seconden werken.
'Jezus Christus! Dit is zeker weten wel goed spul man. Echt wel.'
Net toen hij wilde gaan zitten hoorde hij de poten weer, en ineens dacht hij weer aan de boeken in de andere kamer. De boeken waar Harold nog niks vanaf wist.
'Harold, dat beest. Ik heb er over gelezen in een boek. Nou, niet gelezen want ik begreep het niet, maar het is een soort monster dat mensen eet die iets glimmends in zich hebben en we moeten hier weg!'
'Ben, kom op joh. Het is vast een hond op zoek naar zijn baasje. Je maakt het altijd veel erger dan het is. Kom, we gaan naar buiten, kijken waar die hond is! Dan zien we meteen of daar nog meer te vinden is! Goud! Geld! Juwelen! Er ligt altijd een heleboel op slaapkamers, zei die kennis van me.'
'Nee, gek! Dat beest maakt me doodsbang! Die boeken liggen daar niet voor niets! En er was een pentagram op de vloer! En bloederige handen op de muur!'
Bens angst werd versterkt door de heroïne en steeds meer wilde hij uit het huis, weg van deze verschrikkelijke plek. Hij liep naar de tafel en propte zijn zakken vol met de drugs.
'Nu ga ik echt, Harold. Je bekijkt het maar, maar loop alsjeblieft mee naar de keuken, want ik kan hem niet vinden.'
'Natuurlijk joh. Maar als er deuren zijn onderweg kijken we naar binnen, of er iets ligt in de kamer. Okay?'
Ben stopte zijn borstzakje nog vol met het witte poeder en klopte zijn handen af aan zijn spijkerbroek.
'Okay, maar dan gaan we nu.'

Samen liepen ze de deur uit, de gang op. Harold liep voorop en probeerde een deur aan de rechterkant. Hij zat op slot, maar de volgende deur niet. Voorzichtig deed hij hem open, en drukte op de lichtschakelaar aan de linkerkant van de deur. Er gebeurde niks.
'Ben, kom als de sodemieter hierheen,' riep hij naar Ben, die iets verder op stond te wachten om verder te gaan. Ben kwam, en samen gingen ze naar binnen. Ze schenen met hun zaklampen in het rond. In het midden van de kamer stond een gouden bed met een opgefrommelde donkerrode sprei. Het laken, het dekbed en de kussens waren precies dezelfde kleur. Ben rook weer de ijzerachtige geur die in de kamer met het pentagram had gehangen en de haartjes in zijn nek gingen overeind staan.
'Daar glimt iets!' zei Harold, 'Op het bed!'
Langzaam liepen ze naar het bed. Ben zag dat wat hij eerst voor een motiefje aan had gehouden scheuren in de sprei waren. Harold sloeg de sprei en het dekbed verder terug en met een gil sprong hij achteruit. In het bed lag een vrouw, althans wat daar van over was. Haar blonde haren lagen verspreid over het hele laken. Haar ingewanden en botten ook. Met één dood oog keek ze de twee mannen aan.
'Oh, Jezus!' vloekte Harold, 'ze is opgevreten!'
Bezeten van de angst en de heroïne renden de twee de kamer uit.
'We gaan weg! Nu! Waar is die uitgang?!' Harold leek eindelijk overtuigd te zijn van Bens ideeën. Ze stormen de gangen door, sloegen rechts de hoek om, links af. Nog een keer links.
'Hier moet de trap naar beneden zijn,' hijgde Harold, 'ik weet het zeker, probeer alle deuren!'

Wie is die vrouw? Vinden Harold en Ben de keuken? Lees morgen om middernacht verder in de Villa!