Midlife

Wat staat de muziek toch hard. Was dat vroeger ook zo? Hij kan het zich niet meer herinneren. Meisjes, niet ouder dan een jaar of 16, kijken naar hem, wijzen, giechelen. Mensen stoten tegen hem aan op de dansvloer. Het zijn geen ongelukjes. Met de stoten zeggen ze wat ze denken: 'wat doe je hier? Je hoort hier niet.' Hij geeft het op en loopt naar de bar. Straks komt er ruzie van en daar heeft hij helemaal geen zin in. Hij moet schreeuwen om boven de muziek uit te komen. Een biertje. Schreeuwen voor een biertje.

Het meisje achter de bar is prachtig. Lang blond haar, strakke huid, grote blauwe ogen, een figuurtje dat lang vergeten lusten bij hem oproept. Even heeft hij de illusie dat hij een kans maakt. Ziet zichzelf de kleding van haar lijf rukken. Hete lichamen. Hij is een geweldige minnaar. Veel beter dan al die achttienjarige jongetjes. Hij lacht naar haar. Ze lacht terug, maar haar ogen zeggen hetzelfde als de stoten op de dansvloer: 'wat doe je hier? Je hoort hier niet.' Hij tipt flink. Het kan haar niet op andere gedachten brengen. Leunend op de bar nipt hij aan zijn biertje en kijkt naar de dansende kinderen.

Hij heeft het wel weer gezien. Het is tijd om te gaan. Bij de ingang haalt hij zijn jas op en stapt naar buiten nadat hij de portier twee Euro in zijn handen heeft geduwd. De koele nachtlucht doet hem rillen, ontnuchtert hem. Achter zich hoort hij nog de gedempte klanken van de house muziek. Zijn oren piepen in de stilte van de nacht. Hier en daar staan groepjes jongens en meisjes te lachen. Hij loopt langs een deuropening waar er twee staan te zoenen. Het is lang geleden dat hij dat zelf deed, maar hij weet nog precies hoe het voelt. Teleurgesteld loopt hij verder.

Zijn ritje naar de stad op de drukke zaterdagmiddag voor trendy uitgaanskleding is voor niks geweest. Hij had zulke hoge verwachtingen. Voor het eerst in jaren weer alleen. Helemaal klaar om weer met volle teugen van het leven te gaan genieten. In één van de straten achter de disco vindt hij zijn auto. Hij stapt in en start hem. Uit de boxen blèrt meteen harde muziek. Hij drukt de radio uit. Voor vanavond heeft hij genoeg muziek gehoord. De nachtelijke straten zijn bijna verlaten. In de huizen waar hij langs rijdt zijn de lichten uit. Iedereen slaapt, behalve de jeugd... en hij.

Zijn flat ligt in het centrum en hij is binnen een paar minuten thuis. Hij parkeert zijn auto en loopt door de stille galerij. Het is nog even zoeken naar de juiste sleutel, hij is nog niet gewend aan zijn nieuwe woning. Zijn flat is nog voor het grootste gedeelte leeg. Een spiksplinternieuwe zwarte leren bank staat in het midden van de huiskamer. De tv staat ervoor. In de keuken stopt hij voor een glas whisky en zakt daarna onderuit op de bank. Met de afstandsbediening klikt hij de tv aan en zapt langs de kanalen. Er is nooit iets op zaterdagnacht. Hij stopt op het homeshopping netwerk. Het ene onzinnige apparaat na het ander wordt aangeprezen. Hij hoort de woorden maar half. Zijn gedachten zijn ergens anders.

Het leven was saai geworden. Hoe oud is hij nu? Vijfenveertig. Al zijn dromen, alles waar hij van dacht dat het in zijn toekomst lag. Zijn leven is niet eens een schaduw van wat hij ervan had verwacht. En waarom niet? Hij heeft er hard genoeg voor gewerkt, maar er was altijd wel iets. Je leert een meisje kennen, koopt een huis, kinderen volgen al snel. Tien jaar voorbij. Geld moet er zijn. Verantwoordelijkheid voor het gezin. Twee keer per jaar op vakantie. Een dak boven je hoofd. Je kan niet stoppen met werken, iets gaan doen wat je leuk vindt. Moet carrière maken in een baan waarvan je iedere dag denkt: wat doe ik hier? Nog tien jaar voorbij. Is dit alles? Doe Maar zong het en het is een waarheid als een koe. Is dit alles wat er is? Die gedachte komt steeds vaker. Verrast je op de meest vreemde momenten. Waarom is mijn leven niks geworden? Het moet toch iemands schuld zijn? Mijn schuld is het niet. Ik heb altijd hard gewerkt. Ben verantwoordelijk geweest. Heb mijn last gedragen als een man.

Hij neemt een slok van de whisky. De sterke drank brandt in zijn keel, maar verdoofd zijn zenuwen. Een prettig warm gevoel. Het is allemaal de schuld van zijn vrouw. Zij wilde een huis. Zij wilde kinderen. Zij heeft ervoor gezorgd dat zijn leven niets is geworden. Tranen. Ze huilde toen hij dat tegen haar zei. Huilde toen hij zei dat hij er genoeg van had. Huilde toen hij de deur achter zich dicht trok. Tijdens het tekenen van de scheidingspapieren huilde ze niet meer. Daar zag hij een sterke vrouw. Sterker dan hij haar ooit eerder had gezien. Even was er twijfel. Wat had ze ook al weer gezegd? 'Je verliest alles, alles wat belangrijk is. Misschien zie je het nu niet, maar er komt een moment, en dan is het te laat.' Zonder een woord te zeggen had hij de papieren getekend. Hij wilde wel, maar kon de woorden niet vinden. Wat zou ze aan het doen zijn? Een steek van pijn, van verlies. Hij neemt nog een slok whisky. Voelt zich iets beter. Het is 4 uur. De kinderen slapen al lang. En zijn vrouw, nee, ex vrouw, wat zou zij aan het doen zijn? In gedachten ziet hij haar in hun bed. Nee niet meer hun bed. Haar bed. Alleen.

Twijfel komt de laatste tijd steeds vaker. Zeker in de vroege ochtenduren. Heeft hij wel de juiste keuze gemaakt? Hij schudt zijn hoofd. De drank vertroebelt zijn gedachten. Natuurlijk heeft hij de juiste keuze gemaakt. Dit is wat hij altijd heeft gewild. Hij moet er gewoon weer inkomen. Moet de draad weer oppakken. Het komt allemaal goed. Volgende week gaat hij naar die nieuwe bar. Mooie vrouwen. Nieuwe kansen. Een start van een nieuw leven. Zijn leven. Let maar op. Zijn tijd komt nog. Het leven dat hij altijd heeft gewild. Hij staat op, loopt naar zijn bed en gaat liggen. Zijn hoofd tolt van de drank. Volgende week. Volgende week is het weer feest. Volgende week zal alles beter zijn. Toch?