Fiscus moet voorschot toeslagenaffaire betalen om huisuitzetting te voorkomen
De Belastingdienst moet een voorschot aan een vrouw uit Veghel betalen om zo te voorkomen dat zij haar huidige woning moet ontruimen. Dat besliste de bestuursrechter van de rechtbank Oost-Brabant. Eerder heeft de Belastingdienst onterecht kinderopvangtoeslag van haar teruggevorderd.
De vrouw is slachtoffer van de toeslagenaffaire. Zij ontving een voorschot van de Belastingdienst omdat die onterecht over de jaren 2016, 2017 en 2018 ontvangen kinderopvangtoeslag terugvorderde. Hierdoor leed de vrouw schade. Ter compensatie betaalde de Belastingdienst in eerste instantie een voorschot van 30.000 euro uit.
In maart 2020 verzocht de vrouw voor een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst erkende fouten te hebben gemaakt en zegde toe om te compenseren met een bedrag van in totaal 47.346 euro. Dit bedrag heeft de vrouw inmiddels in zijn geheel ontvangen.
De vrouw vroeg afgelopen augustus aan de Commissie Werkelijke Schade (CWS) om een herbeoordeling van de toe te kennen schade. Die adviseert een voorschot van 5.000 euro aan immateriële schadevergoeding aan de vrouw toe te kennen. De vrouw is het niet eens met de hoogte van dit bedrag omdat zij ook materiële schade heeft geleden en stapte naar de rechter.
Zij moest haar huis ontruimen en vervolgens een twee keer zo dure woning betrekken. Zonder kinderopvangtoeslag kan ze niet langer in levensonderhoud voorzien en moest ze geld lenen van een oom. Inmiddels is de situatie zo gevorderd dat de vrouw mogelijk haar huis moet ontruimen. Ook heeft zij problemen met andere rekeningen zoals voor haar leaseauto. Ook vreest zij de omgangsregeling voor haar kinderen niet langer kan nakomen vanwege haar huidige situatie. Om die reden vreest zij voor uithuisplaatsing van haar kinderen.
De Belastingdienst stelt op haar beurt dat de door de vrouw gestelde schade nog onvoldoende is onderbouwd en dat CWS meer tijd nodig heeft om te bepalen over een aanvullende schadevergoeding.
Spoedeisend belang
De rechtbank ziet voldoende spoedeisend belang om een voorlopige voorziening te treffen voor de vrouw. De vrouw heeft inmiddels geen inkomsten meer en daarom kan zij haar vaste lasten niet betalen. Om te voorkomen dat de vrouw haar huidige woning uit moet, oordeelt de bestuursrechter dat de Belastingdienst haar een extra voorschot moet betalen van 7.130,40 euro voor de huur van de woning, de energielasten en de kosten van de leaseauto over de maanden oktober, november en december 2021.
De Belastingdienst moet direct na ontvangst van de uitspraak overgaan tot betaling. De rechtbank verwacht dat na de hoorzitting in november 2021 bij CWS meer duidelijkheid zal ontstaan over de hoogte van de werkelijke schade en daarom voorziet de rechter in een voorziening van een beperkte periode.