Betere gebiedsontwikkeling als vastgoedeigenaar meebetaalt
Het kan efficiënt en rechtvaardig zijn om eigenaren en gebruikers van vastgoed te laten meebetalen aan ruimtelijke ontwikkeling als zij daarvan profiteren. De lusten en lasten van een investering worden op die manier beter verdeeld en dat kan bouwprojecten ten goede komen. Nu betalen huizenbezitters nauwelijks mee aan grote overheidsinvesteringen waar zij wel profijt van ondervinden, maar niets voor hoeven te doen. Dit schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag verschenen publicatie ‘Profijt en bekostiging van ruimtelijke ontwikkeling’. (PDF, opent in nieuw tabblad)
Volgens het CPB kan ‘meebetalen op basis van profijt’ het eenvoudigst worden gerealiseerd via de onroerendezaakbelasting (ozb) of via een ingezetenenheffing. Voor de ozb geldt namelijk dat de belasting toeneemt als de waarde van vastgoed stijgt. Een ingezetenenheffing wordt betaald door inwoners van de gemeente of provincie, en kan afhankelijk worden gemaakt van de hoeveelheid overheidsinvesteringen in ruimtelijke ontwikkeling.
Nu is de ozb nog niet geschikt om op grote schaal overheidsinvesteringen te bekostigen. De huidige ozb-tarieven zijn te laag (gemiddeld 0,12%) om een substantiële bijdrage te leveren aan grote overheidsinvesteringen. Een optie is om de ozb-tarieven te verhogen, in ruil voor een verlaging van andere belastingen zoals de loonbelasting en de btw.
Daarnaast is het momenteel vanuit financieel perspectief weinig aantrekkelijk voor gemeenten om te investeren in projecten die de huizenprijzen verhogen. Dit komt omdat een gemeente minder geld uit het gemeentefonds ontvangt als de huizenprijzen in die gemeente toenemen. Om die reden zouden de financiële middelen uit het gemeentefonds in de toekomst op een andere manier kunnen worden verdeeld.