'Overheid gaat flexibel om met payrollwerkers'

Nieuwe wetgeving versterkt de positie van payrollwerkers. Op zich goed nieuws, maar mensen die al jaren als payroller voor de overheid werken, trekken aan de bel. Een overheidsinstelling die payrollers inzet, noemt die werkzaamheden 'niet structureel' en verruilt goed ingewerkte payrollers voor uitzendkrachten.

Dit jaar wordt de Wet werk en zekerheid (Wwz) in stappen ingevoerd. Deze wet moet 'bijdragen aan een fatsoenlijke arbeidsmarkt' en regelt zaken omtrent het flex- en ontslagrecht en de Werkloosheidswet (WW). Klinkt allemaal heel positief. Er zijn tegenwoordig namelijk een heleboel flexwerkers en de Wwz regelt onder andere dat hun positie wordt versterkt. 

Payrollwerkers die vanaf 1 januari in dienst treden, krijgen bijvoorbeeld dezelfde ontslagbescherming als medewerkers die vast in dienst zijn bij een bedrijf. Vanaf 1 juli zullen ook payrollwerkers die voor 1 januari 2015 in dienst zijn getreden daaronder vallen. Het nadeel van dit verhaal is dat het alleen geldt voor payrollwerkers. Een gewiekste werkgever zorgt er dus voor dat hij voor 1 juli een manier heeft bedacht om daaronderuit te komen.

Zo ook de overheid. In een brief aan minister Asscher (Sociale Zaken) zet een bezorgde medewerkster vraagtekens bij de manier waarop de overheidinstelling waarbij zij al jaren als payrollwerkster werkt, invulling geeft aan deze wet. Volgens die instantie zijn werkzaamheden die payrollwerkers daar al vijf tot tien jaar uitvoeren 'niet structureel' en is er, jammer genoeg, dus geen plaats meer voor hen.

Deze functies zijn echter, niet geheel toevallig, niet komen te vervallen. Die worden namelijk ingevuld door uitzendkrachten. En uitzendkrachten worden niet als vaste medewerkers behandeld. Zo draagt de overheid actief bij aan een fatsoenlijke arbeidsmarkt!