Belgische ministers op nazi-feestje

De Belgische regeringsvorming heeft deze keer geen records gebroken zoals een paar jaar geleden. Maar de nieuwe regering van liberalen en Vlaams-nationalisten zorgt wel vanaf dag één voor hevige polemieken.

In België bestaat namelijk nog altijd discussie over de rol van Vlaams-nationalisten tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Een aantal Vlaamsgezinden collaboreerde toentertijd met de bezetter om op die manier meer autonomie te verkrijgen. Na beide oorlogen werden de collaborateurs hevig vervolgd in wat wel de periode van de 'repressie' wordt genoemd. In Vlaams-nationale kringen wordt de collaboratie daarom niet altijd veroordeeld en dat zorgt tot op de dag van vandaag voor controverse.

Zo liet kersverse minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (van de Vlaams-nationalistische N-VA) zich in een interview ontvallen dat 'de collaborateurs hun redenen hadden'. Het was een antwoord op de vraag van de interviewer waarom Jambon een aantal jaren geleden was gesignaleerd op een feest van oud-oostfrontstrijders, veteranen van de Vlaamse SS die voor Duitsland aan het Russische front vochten. Gevraagd naar een reactie, zei partijleider van de N-VA en burgemeester van Antwerpen Bart de Wever niet te willen reageren op 'de flauwekul in politiek België'.

Jambon is niet de enige. Vlaamse minister Ben Weyts en federaal staatssecretaris Theo Francken (beiden N-VA) waren onlangs op de verjaardag van een oud-collaborateur en oprichter van de Vlaamse Militanten Organisatie, een knokploeg die vanaf de jaren 50 de Vlaamse zaak met de vuist probeerde te beslechten.

En ook over actuele zaken rijzen vraagtekens over de nieuwbakken bewindslieden.
De al eerder aangehaalde staatssecretaris Theo Francken (bevoegd voor Asiel en Migratie) spant wat dat aangaat de kroon. De Franstalige omroep RTBF ging graven in zijn Facebookberichten en vond de volgende opmerkelijke bewering voor een lid van de regering dat zich met asiel en migratie moet bezighouden:

'Ik kan me wel iets voorstellen bij de economische meerwaarde van de Joodse, Chinese en Indiaanse (sic) diaspora, maar minder bij de Marokkaanse, Congolese en Algerijnse. Of is dat te aangebrand?'

Saillant detail is dat Francken zijn twijfel niet kan onderbouwen met cijfers, omdat die voor België niet voorhanden zijn.

Francken kwam al eerder in het nieuws door het uitlekken van enkele oude mails. Hieruit blijkt dat er bij de N-VA een clubje bestaat dat zich de "VNV'ers" noemt, de Vlaams-nationalistische vrienden. De naam is een verwijzing naar het in WOII collaborerende Vlaams Nationaal Verbond (VNV), de Vlaamse variant van de NSB. In de mails staat de zinsnede: "Verklikking = de kogel of een nachtje alleen op de kamer met Christian Dutoit." Die laatste is homoseksueel en hoofdredacteur van het maandblad voor linkse vlaamsgezinden.

De voltallige oppositie - Vlaams en Franstalig - heeft al het ontslag van Francken geëist. Gianni Pittella, de fractieleider van de sociaaldemocraten in het Europees Parlement, heeft 'zijn grote bezorgdheid' uitgesproken over de aanwezigheid in de Belgische regering van 'een minister en een staatssecretaris die openlijk vroegere nazicollaborateurs en hun verenigingen bezoeken'.