WOII-rel rond Belgische regering

De Belgische regering is nog maar net uit de startblokken of de eerste rel tussen Vlamingen en Walen is al een feit. In het zuiden van het land is grote ophef ontstaan over uitspraken van vicepremier Jan Jambon van de Vlaams-nationalistische N-VA over de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Twee andere bewindslieden van de partij zijn in verlegenheid gebracht door een omstreden verjaarspartijtje.

Franstalige media herinnerden eraan dat Jambon, sinds zaterdag minister van binnenlandse zaken, in 2001 aanwezig was op een bijeenkomst van Vlaamse oud-SS'ers die tijdens de oorlog aan het Oostfront had gestreden. "De collaboratie was fout, maar die mensen hadden hun redenen. Ik leefde niet in die periode", reageerde de kersverse vicepremier daarop.

Dat wekte dan weer de toorn van de Franstalige oppositiepartijen, die eisen dat de nieuwe Belgische premier, de Waal Charles Michel, afstand neemt van Jambons uitspraken. "Hij herinnert me aan (de extreemrechtse leider) Jean-Marie Le Pen, die de verbrandingsovens in de concentratiekampen een voetnoot van de geschiedenis noemde", aldus voorman Benoît Lutgen van de christendemocratische CDH.

In een reactie in de Franstalige kranten betreurde Jambon dinsdag de 'oneerlijke interpretatie' die aan zijn woorden zijn gegeven. "Ik daag iedereen uit één zin, één tekst te vinden waarin ik de collaboratie verdedig. Maar als die foutieve interpretatie mensen zou hebben gekwetst, dan heb ik daar spijt van."

In Vlaams-nationalistische kringen heerste decennialang na de oorlog nog veel verbittering over de 'repressie', de vervolging van collaborateurs die met de nazi's hadden geheuld. Veel nationalisten vonden dat Vlamingen daarbij onevenredig zwaar zijn aangepakt.

De rel verdeelt de gemoederen in Noord en Zuid in de media en op sociale netwerken. "Dit zinnetje is onaanvaardbaar, het opent de weg naar een banalisering van feiten uit het verleden", stelt de Brusselse krant Le Soir in een commentaar. "Dat is ontoelaatbaar voor een vertegenwoordiger van de staat."

De ophef bij de Franstaligen wekt dan weer irritatie bij de Vlamingen. "Dat is een zwaktebod, niet alleen intellectueel oneerlijk, maar ook intellectueel lui", schrijft hoofdredacteur Liesbeth Van Impe van Het Nieuwsblad. "Men probeert telkens opnieuw de indruk wekken dat Jambon, en bij uitbreiding de hele N-VA en voor je het weet alle Vlamingen, een bende cryptofascisten zijn die nu ze aan de macht zijn hun ware gelaat zullen laten zien."

De Franstalige oppositie heeft er moeite mee dat het zwaartepunt in de Belgische regering nu bij de N-VA ligt. Die werd in Wallonië tijdens de verkiezingscampagne als een extreemrechtse partij verketterd, maar was bij de Vlamingen de grote winnaar. De N-VA vormt nu de grootste regeringspartij, naast de Vlaamse liberalen en christen-democraten (Open VLD en CD&V) en de Franstalige liberale MR, die de helft van de ministers levert, inclusief de premier.

Dit was mede te danken aan de CDH en de Parti Socialiste van de uitgaande premier Elio di Rupo, die weigerden mee te praten over een federale regering met de N-VA. Samen vormden ze een centrumlinkse regering van de regio Wallonië, terwijl in Vlaanderen een regionale regering onder een N-VA-premier is opgezet.

De tegenstellingen tussen links en rechts en tussen noord en zuid zullen de regering-Michel blijven achtervolgen, evenals het oorlogsverleden. "N-VA en MR weten het", waarschuwt Le Soir, "ze zullen voortdurend worden gevolgd."

Dat bleek dinsdag al toen de uiterst linkse partij PVDA onthulde dat twee N-VA-politici, staatssecretaris voor asiel Theo Francken en de Vlaamse minister voor mobiliteit Ben Weyts, afgelopen weekend op de verjaardag van Bob Maes waren, een veroordeelde oud-collaborateur en leider van een nationalistische knokploeg in de jaren vijftig en zestig.

De PVDA en de Vlaamse socialisten van de SP.A eisen hun ontslag, maar Weyts en Francken willen van geen wijken weten. "Bob is een zeer verdienstelijk Vlaams-nationalist, op en top idealist en democraat", aldus Weyts.