Mensenrechtenraad besluit tot onderzoek IS
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft maandag besloten tot een onderzoek naar misdaden tegen burgers door de jihadistische terreurgroep Islamitische Staat (IS). Irak had daar om gevraagd.
De 47 leden tellende raad keurde een voorstel om een onderzoek te beginnen met algemene instemming goed. Een VN-missie moet feiten en bewijzen verzamelen en over een halfjaar in een rapport verslag uitbrengen aan de raad. Dit rapport kan eventueel dienen voor een internationale strafzaak wegens oorlogsmisdaden.
"Wij hebben te maken met een terroristisch monster", zei de Iraakse minister voor mensenrechten Mohammed Shia' Al Sudani kort voor de stemming.
Eerder zei hij dat zijn land internationale steun nodig heeft, omdat IS 'geen Iraaks fenomeen is, maar een transnationale organisatie die een direct gevaar vormt voor alle landen van de wereld'.
"Hun beweging moet worden ingeperkt. Hun tegoeden bevroren en geconfisqueerd. Hun militaire vermogens vernietigd", zei hij.
Flavia Pansieri, plaatsvervangend hoge commissaris van de VN voor mensenrechten, zei dat de wijdverbreide en systematische vervolging van etnische en religieuze groepen door IS waarschijnlijk neerkomt op een misdaad tegen de menselijkheid. Maar het executeren van gevangenen en het beschieten van burgergebieden door Iraakse regeringsstrijdkrachten zijn waarschijnlijk ook oorlogsmisdaden, voegde zij eraan toe.
De Amerikaanse ambassadeur Keith Harper zei dat de Verenigde Staten gruwen van de wandaden van IS, zoals buitengerechtelijke executies, slavernij, doelbewust schieten op burgers, seksuele aanranding en religieuze vervolging. Maar ook hij wees met een beschuldigende vinger naar de Iraakse regering. Die zou zich onpartijdig moeten opstellen bij alle onderzoeken naar schendingen van mensenrechten, ook die door leden van de overheid, zei Harper.