SCP ziet obstakels voor participatiesamenleving
De overgang van de Nederlandse verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving wordt een moeizame. De verwachting dat burgers voor elkaar gaan zorgen is niet realistisch. Dat zegt directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau Kim Putters in een essay dat hij dinsdag presenteert en waar NRC Handelsblad over schrijft.
Volgens Putters heeft niet iedereen zin, tijd of de vaardigheden om andere mensen te verzorgen of te verplegen. Hij wil daarom een debat op gang brengen over de weg naar de participatiesamenleving. De SCP-directeur stelt dat burgers tijd nodig hebben om te beseffen dat ze niet automatisch meer recht hebben op een bepaald aantal uren zorg. Ook het bewustzijn dat ze zorg zelf moeten gaan regelen komt langzaam.
De meeste gemeenten zijn volgens Putters ook nog niet klaar voor hun nieuwe taak. Zij moeten gaan bepalen en vastleggen welke minimale professionele zorg zij willen bieden. Daardoor zullen verschillen ontstaan tussen gemeenten. "Dat is een lastige taak die lang niet iedereen goed zal kunnen vervullen", stelt Putters.
Hij verwacht dan ook dat de participatiesamenleving niet 'binnen een paar jaar' is gerealiseerd. De rijksoverheid moet zich volgens Putters daarom met het proces bemoeien en zich niet volledig terugtrekken. "Het komt niet vanzelf wel goed."