Nieuwe beveiliging spoor geleidelijk ingevoerd

Het nieuwe spoorbeveiligingssysteem ERTMS, waarbij treinen dichter op elkaar kunnen rijden, wordt geleidelijk ingevoerd. Het systeem wordt eerst geïnstalleerd op de drukst bereden spoorlijnen, maakte staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Wilma Mansveld (PvdA) vrijdag bekend na afloop van de ministerraad.

Het systeem moet in 2022 in alle treinen zijn ingebouwd en in 2030 moeten de belangrijkste routes over het spoor zijn uitgerust met het systeem. Dan gaat het om de Randstad en de spoorlijnen richting Arnhem, Almelo en Vlissingen. Daarmee zijn dan ook de internationale goederenlijnen van het systeem voorzien.

Mansveld trekt tot en met 2028 tweeënhalf miljard euro uit voor de inbouw en het onderhoud van het systeem. In Nederland zijn de Betuweroute, de hsl, de Hanzelijn en het spoor tussen Amsterdam en Utrecht al voorzien van ERTMS, net als ongeveer twintig procent van de treinen.

ERTMS is de opvolger van het huidige beveiligingssysteem ATB. Voordeel van het nieuwe systeem is dat treinen dichter op elkaar kunnen rijden. Dat komt goed van pas bij het 'spoorboekloos' rijden dat Mansveld wil invoeren. Met ERTMS communiceert de trein automatisch met het spoor en de verkeersleiding.

Zo ziet de machinist op zijn scherm hoe hard hij op een bepaald traject mag rijden. Ook grijpt het systeem als het nodig is in. Het kan de trein langzamer laten rijden of zelfs stopzetten. Mansveld kiest voor de invoering van een variant van ERTMS met beproefde technologie, het zogeheten level 2, dat in andere landen van Europa al getest.

Het systeem wordt vanaf 2016 gefaseerd ingevoerd. De invoering duurt minimaal tien jaar.