Politie onderzocht Demmink en officieren justitie

De politie heeft in 1997 onderzoek gedaan naar Joris Demmink en drie hoofdofficieren van justitie. De verdenking bestond dat zij betrokken waren bij seksfeestjes met minderjarige jongens. Dat vertelde oud-politieman Leendert de Koter woensdag onder ede in de rechtbank in Utrecht tijdens een verhoor in de zaak rond de voormalig topambtenaar Demmink.

De Koter was betrokken bij het zogenoemde Rolodex-onderzoek naar hooggeplaatste pedofielen in Nederland. Hij verklaarde dat het onderzoek naar Demmink en de hoofdofficieren niets opleverde. Volgens hem leek het of het onderzoek was gesaboteerd. De namen van Demmink en de drie officieren - Hans Holthuis, Jan Wolter-Wabeke en Henk Wooldrik - kwamen van de Rijksrecherche, vertelde De Koter.

De oud-politieman verklaarde verder dat alleen de jongens, de bordeelhouder en diens chauffeur zijn veroordeeld in die zaak.

Staatssecretaris Fred Teeven, in die periode officier van justitie in Amsterdam, heeft volgens De Koter in een verhoor uitgelegd waarom geen vervolging tegen hooggeplaatsten was ingesteld. Volgens Teeven waren de beschuldigingen tegen Demmink en de Amsterdamse hoofdofficier contra-acties die bedoeld waren om het Openbaar Ministerie in diskrediet te brengen.

Voormalig rechercheur De Koter treedt op als getuige in de zaak die stichting De roestige Spijker heeft aangespannen tegen Joris Demmink. De stichting wil een Amerikaanse documentaire verspreiden over Demmink, die de film zelf wil laten verbieden. De stichting wil met getuigenverklaringen het belang van de film aantonen. De docu is overigens te zien via YouTube.