Ravage Filipijnen enorm
De tyfoon Haiyan heeft in de Filipijnen duizenden levens geëist. Alleen al in de stad Tacloban zijn volgens de autoriteiten tienduizend mensen omgekomen. Talloze anderen raakten gewond. De regering overweegt de staat van beleg uit te roepen om het groeiende aantal plunderaars te kunnen aanpakken dat het reddingswerk hindert.
De tyfoon ging vrijdag in de Filipijnen aan land, maar pas zondag kon de eerste schade worden opgenomen. Dode lichamen hingen nog her en der aan doodse bomen en lagen als lappenpoppen neergekwakt tussen weggevaagde huizen. Berooide overlevenden zijn aan het plunderen geslagen. Ze trekken langs winkelcentra, supermarkten en benzinestations op zoek naar wat voedsel, water of brandstof.
In Tacloban, de tweehonderdduizend inwoners grote provinciehoofdstad van het zwaar getroffen eiland Leyte, 'zagen we tal van lijken langs de kant van de weg', zei overlevende Mila Ward zondag. Op weg naar het vliegveld van de stad, vanwaar ze met een legervliegtuig naar Manilla hoopte te kunnen reizen, passeerde de 53-jarige Australische van Filipijnse afkomst 'ruimschoots meer dan honderd doden'. ''Ze waren afgedekt met wat maar voorhanden leek: zeil, golfplaten, karton.''
Leyte is een van de zes Filipijnse eilanden die het het zwaarst te verduren hadden. De meeste doden zijn gevallen door verdrinking en ingestorte gebouwen.
Op het buureiland Samar vielen volgens de rampenbestrijdingsdienst zeker driehonderd doden. Tweeduizend mensen worden daar nog vermist. Uit andere delen van Leyte en van druppelen nog voortdurend onheilstijdingen binnen over de honderden, zo niet duizenden doden die daar te betreuren zijn.
Nog niet alle plaatsen op Samar en Leyte zijn te bereiken. De tyfoon heeft veel wegen verwoest, de stroomvoorziening platgelegd en telefoonverbindingen verbroken. Het kan daardoor nog dagen duren voor duidelijk is hoeveel slachtoffers Haiyan heeft gemaakt.
Haiyan ging vrijdag aan land in Guiuan, in de provincie Oost-Samar. Het was een van de zwaarste tyfonen ooit. Met een windsnelheid van 235 kilometer per uur en windstoten tot 275 kilometer per uur raasde de storm over de archipel. Het gevaar kwam zowel vanuit de lucht als van zee: Haiyan zweepte de oceaan op tot een stormvloed van zes meter hoog.
De inwoners van de regelmatig door tyfonen bezochte Filipijnen kijken niet meer op van een storm, maar Haiyan leek te lachen om iedere voorzorgsmaatregel. Achthonderdduizend mensen waren geëvacueerd voor de reuzentyfoon aan land ging, maar de gevarenzone bleek veel groter. Ongeveer vier miljoen mensen zouden in totaal door de storm zijn getroffen. De voorheen dodelijkste tyfoon uit de Filipijnse geschiedenis, Thelma, eiste in 1991 ruim vijfduizend levens.
Reddingsdiensten hielden vooraf al rekening met een monsterklus, en spoedig na het passeren van de storm kwam een grootscheepse hulpoperatie op gang. Maar de hulpdiensten worden gehinderd door plunderaars. Die belagen vrachtwagens vol voedsel en andere hulpgoederen die van de zuidelijke havenstad Davao op weg zijn naar Tacloban.
President Benigno Aquino III liet zondag weten dat hij erover denkt in Tacloban de staat van beleg uit te roepen. Het stadsbestuur heeft om die maatregel gevraagd. Een avondklok, vaste voedselprijzen en rantsoenering, de oprichting van controleposten en meer blauw op straat moeten verdere plunderingen voorkomen en de orde en rust waarborgen. Honderden politieagenten zijn al naar Tacloban gedirigeerd om winkels en tankstations te bewaken.
De Filipijnse regering heeft hulp aangeboden gekregen van de Europese Unie en de Verenigde Staten. Ook de Verenigde Naties kondigden steun aan. De paus betrachtte met tienduizenden gelovigen in het Vaticaan een ogenblik stilte en bad voor de slachtoffers in de getroffen archipel.
De tyfoon is inmiddels afgezwakt en zet nu koers naar Noord-Vietnam. Daar wordt de storm zondagnacht of maandagochtend vroeg verwacht.