Tulleken berispt voor lekken info over Friso
Neurochirurg Kees Tulleken is op de vingers getikt voor het openbaar maken van informatie over de gezondheidstoestand van prins Friso na diens skiongeluk in februari vorig jaar. Volgens het Regionaal Medisch Tuchtcollege heeft hij het medisch beroepsgeheim geschonden. Daarvoor krijgt hij een berisping. Zijn artsentitel mag de 72-jarige Tulleken echter houden.
Tulleken was in februari vorig jaar in Oostenrijk toen prins Friso onder een lawine bedolven raakte en in een coma belandde. Hij bezocht daar met zijn vrouw Jannetje Koelewijn, journalist bij NRC Handelsblad, een congres waar ze spraken met een arts die Friso behandelde. Op basis van de uitleg van Tulleken schreef Koelewijn een geruststellend bericht, terwijl niet veel later bekend werd dat de prins zware hersenschade had opgelopen door zuurstofgebrek.
De zaak kwam het paar op forse kritiek te staan. Tulleken werd beschuldigd van schending van het medisch beroepsgeheim. Hij stelde destijds dat hij mythevorming rond het letsel van de prins wilde voorkomen omdat Oostenrijkse media hadden gemeld dat sprake was van een schedelbasisfractuur. De Inspectie voor de Gezondheidszorg riep hem diezelfde maand op het matje en diende ongeveer een jaar geleden een tuchtklacht in wegens schending van het beroepsgeheim.
In de Volkskrant zei Tulleken dat hij wist dat hij een grens overschreed. Hij zat zelf twaalf jaar in het Centraal Medisch Tuchtcollege. "Maar ik heb me voorgenomen me nooit schijterig te gedragen uit angst voor het tuchtcollege", tekende de krant op. Het was volgens hem belangrijk het volk gerust te stellen.
Een woordvoerder van het tuchtcollege laat dinsdag weten dat het college een berisping op zijn plaats vond. "Voor een schrapping uit het BIG-register moet je het wel heel bont hebben gemaakt." Om in Nederland als arts te mogen werken, is een inschrijving in het BIG-register noodzakelijk.
Artsen vatten een berisping zwaar op, stelt de zegsvrouw. "Beroepsgenoten vinden dat je verwijtbaar iets fout hebt gedaan." In het BIG-register komt een aantekening van de berisping. Ook wordt de berisping in de Staatscourant en een landelijk dagblad gepubliceerd.
