CDA op zoek naar zichzelf in Brabant
Het CDA komt zaterdag in de Brabanthallen bijeen voor het jaarlijkse voorjaarscongres. Het is ruim een jaar nadat Sybrand van Haersma Buma het partijleiderschap van de partij op zich nam. De partij leed sindsdien een forse verkiezingsnederlaag en probeert vanuit de oppositiebanken een nieuw eigen geluid te laten klinken. Of de partijleden tevreden zijn met de nieuwe koers zal zaterdag in Den Bosch moeten blijken.
Veel in het oog springende punten staan zaterdag niet op het programma. Dat was eind oktober wel anders, toen tijdens het najaarscongres in Rotterdam het verlies bij de verkiezingen van een maand eerder werd besproken. De christendemocraten gingen van 21 naar dertien zetels en belandden buiten de regering.
Sindsdien probeert het CDA zich in de Tweede Kamer nadrukkelijker te profileren als oppositiepartij. Het imago van bestuurderspartij die koste wat kost aan de macht wil blijven en daarvoor vaak waterige compromissen sloot moet worden afgeschud. Niet zelden keert het CDA zich dan ook tegen voorstellen die het voorheen als coalitiepartij nog steunde.
Tekenend is dat het CDA niet tekende voor het woonakkoord. Het kabinet had hierbij gerekend op steun van de christendemocraten, maar daar zag Buma niets in. Het CDA heeft een sleutelpositie in de Eerste Kamer, waar het kabinet een meerderheid ontbeert.
Buma zal zijn partijgenoten er tijdens het congres van moeten overtuigen dat de weg naar boven weer is ingezet. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar maart moet het CDA er weer staan.
In de peilingen is van herstel echter nog nauwelijks sprake: het CDA schommelt zo rond de vijftien zetels. Dat is weliswaar een lichte winst ten opzichte van het huidige zetelaantal, maar slechts een derde van het zetelaantal van tien jaar geleden. Toen behaalde het CDA onder leiding van Jan Peter Balkenende 44 zetels.