Visser wil naar de F1
Sinds dit jaar zit Beitske Visser in het Red Bull Junior Team. Ze is daarmee de eerste Nederlandse coureur die bij de beloften van de Oostenrijkers mag aansluiten.
Sebastian Vettel, Daniel Ricciardo en Jean-Eric Vergne zijn allemaal vanuit het junior team doorgebroken en rijden nu Formule 1. In het verleden waren er ook nog Sebastien Buemi, Christian Klien, Scott Speed, Vitantonio Liuzzi en Jaime Alguersuari die met steun van Red Bull de grid op kwamen. Dat is ook het doel van onze landgenote: "Ik ben hier ontzettend blij mee. Ik ben nu weer een stapje dichter bij mijn doel, het rijden in de Formule 1."
"In februari zijn we met elkaar in contact gekomen. Vervolgens ben ik naar Oostenrijk gegaan voor een gesprek met Helmut Marko, de baas van het team, en daarna was er nog een simulatortest in de Red Bull-fabriek in Milton Keynes. Aan de hand van mijn prestaties in de simulator en de resultaten die ik in de afgelopen jaren heb behaald, heb ik een contract gekregen," aldus de 18-jarige. "Ze gaan me begeleiden bij mijn fysieke training en helpen bij mijn voorbereiding op de raceweekenden door mij tijd in de simulator te geven."
Ze zal dit jaar weer racen in het Duitse Formule ADAC-kampioenschap. Vorig jaar reed ze daar ook:"Het ging op zich wel goed. Ik behaalde twee overwinningen, maar had ook twee hele zware crashes, wat weer wat minder was." Op Zandvoort brak ze haar rug tijdens de kwalificatie, al bleek dat later pas. Op de Lausitzring crashte ze met als gevolg dat ze haar hand brak. "Maar inmiddels ben ik weer helemaal in orde hoor. Ik wil kampioen worden. Ik heb nu een jaar ervaring. Hopelijk helpt mij dat om dit jaar nog meer races te winnen en consistenter voorin mee te doen."
Om nog een jaar in dezelfde klasse te blijven hangen is goed nagedacht aldus Visser: "We hebben daar nog eens goed over nagedacht en omdat ik vorig jaar eigenlijk maar een half seizoen heb gereden, leek het ons toch beter om nog een jaar in de Formule ADAC te rijden. Ik heb in Zandvoort een race gemist, daarna nog twee volledige raceweekenden aan de kant gestaan en de laatste races in Hockenheim met maar een hand gereden, omdat mijn andere hand nog aan het herstellen was. Dat laatste was overigens best wel zwaar. Ik had eerst nog wel wat pijn onder het rijden omdat ik niet de juiste medicatie had gekregen, maar met de goede pijnstillers ging het tijdens de races wel prima."
Over de toekomst wil ze nog niet nadenken: "Laten we eerst dit jaar een goed seizoen rijden en dan zien we daarna wel weer verder."