Opstelten ziet nut in raadplegen paragnost
Het Openbaar Ministerie blijft de inzet van bijvoorbeeld een paragnost onder 'zeer bijzondere omstandigheden' toestaan bij politieonderzoeken. Dat schrijft minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten in antwoord op Kamervragen van de ChristenUnie.
Sommige delicten zijn zo ernstig dat de politie en het OM alle mogelijkheden om een delict op te lossen in overweging willen kunnen nemen, schrijft de bewindsman. De 'onorthodoxe opsporingsmethode' om een paragnost in te zetten is alleen toegestaan bij een ernstig strafbaar feit waarbij het onderzoek met gebruikelijke recherchemethoden is vastgelopen. Opstelten vindt wel dat opsporingsonderzoeken zich moeten richten op feiten.
De mogelijkheden staan verwoord in de 'Instructie Onorthodoxe Opsporingsmethoden'. Die is geschreven voor gevallen waarin het OM bijvoorbeeld getuigen onder hypnose wil horen, maar ook voor de inzet van een leugendetector, een poppenspel, narcoanalyse of een paragnost. Dergelijke aanvragen komen overigens zelden voor, schrijft Opstelten.
Kamerlid Gert-Jan Segers had om opheldering gevraagd over een artikel in Trouw, waarin assistent-hoogleraar strafrecht en criminologie Jasper van der Kemp zegt dat agenten niet goed weten hoe ze om moeten gaan met paragnosten die zich mengen in onopgeloste moordzaken. Volgens Van der Kemp is genoemde instructie 'ontzettend vaag'. Opstelten kende de instructie volgens hem niet.
De VU-wetenschapper maakte melding van een peiling onder 180 agenten, van wie een kwart zei dat in hun korps gebruik wordt gemaakt van een paragnost. Opstelten schrijft dat het niet zo is dat de inzet van paragnosten verwarring in onderzoeksteams tot gevolg heeft en kostbare tijd verloren gaat. "Derhalve ziet het OM geen aanleiding om de instructie aan te passen."
Eind augustus werd buiten het OM om een paragnost op de zaak van de vermiste Tanja Groen gezet. Op zijn aanwijzing werd onder meer een fiets uit de Maas gevist die mogelijk iets met haar verdwijning te maken zouden hebben. Dat bleek na politieonderzoek niet het geval.