Afrikaanse leiders: M23 moet opmars stoppen

Afrikaanse leiders hebben de Congolese rebellenbeweging M23 zaterdag opgeroepen de opmars naar de hoofdstad Kinshasa te stoppen. Ook riepen ze de Congolese regering op met de rebellenleiders om de tafel te gaan zitten. Ze deden dat op een top van regionale leiders in Uganda.

De Afrikaanse leiders riepen M23 op zich binnen 48 uur uit Goma terug te trekken. Ook moet de lokale politie, die onlangs door de rebellen werd ontwapend, nieuwe wapens krijgen 'zodat ze hun taken kunnen hervatten'. De leiders riepen Congo in hun verklaring op 'te luisteren naar de legitieme grieven van M23, ze te evalueren en op te lossen'.

Ook moeten de vredesmilitairen van de VN-missie MONUSCO een neutrale buffer vormen tussen Goma en de gebieden die M-23 in handen heeft. Daarnaast is er gesproken over 'neutrale internationale troepenmacht'. Het mandaat van de troepenmacht blijft, evenals de financiering, echter nog onduidelijk.

Vertegenwoordigers van M-23 waren zaterdag niet welkom op de top. Berichten dat de politieke leider van M23, Jean-Marie Runiga, in het land was om met de Ugandese regering te onderhandelen, werden door Uganda ontkend. "Dit is een top voor regionale leiders, niet een onderhandelingsbijeenkomst. De rebellen kunnen niet op de top aanwezig zijn", zei Okello Oryem, de Ugandese onderminister van buitenlandse zaken.

M23 bestaat uit honderden militairen die uit het Congolese leger deserteerden. Sinds april hebben ze grote delen van het mineralenrijke oosten van Congo in handen en hun inname van Goma afgelopen week heeft de druk op president Joseph Kabila om met hen te onderhandelen opgevoerd.

De rebellen beschuldigen Kabila's regering ervan de voorwaarden van een vredesdeal uit 2009 waaronder zij in het leger konden integreren te hebben geschonden. De rebellen namen Goma afgelopen week zonder veel moeite in; het Congolese leger sloeg op de vlucht en de soldaten van de VN-missie MONUSCO deden niets. Kort daarna namen de rebellen Sake in.

In Oost-Congo vluchtten zaterdag honderden inwoners van Sake en Minova naar een nabijgelegen dorp uit angst voor meer gevechten tussen rebellen en militairen, die zij van plundering en verkrachting beschuldigen. Een inwoonster van Sake die op weg was naar Kirotshe zei ze dat deed omdat de VN-vredessoldaten haar er opdracht toe hadden gegeven. "Ze zeiden dat het leger Sake mogelijk opnieuw aanvalt", zei de vrouw, die uit vrees voor represailles anoniem wilde blijven. "MONUSCO-soldaten zeiden dat we naar het ziekenhuis moesten gaan." VN-soldaten konden niet bevestigen dat dit tegen de bewoners was gezegd.

Volgens inwoners van het gebied hebben regeringsmilitairen na de gedwongen terugtrekking uit Goma flink huisgehouden in Minova en omstreken. "Het gaat hier helemaal niet goed", zei Mousinganga Siprian uit Minova. "Er zijn hier nu heel veel soldaten. Ze hebben geplunderd, ze hebben gemoord, ze hebben onze vrouwen verkracht."

Een VN-bron in Minova bevestigde dat regeringssoldaten beide nachten sinds ze zich moesten terugtrekken uit Goma hebben geplunderd en verkracht. De soldaten hingen zaterdag rond op straat in Minova, bananenbier drinkend. Velen waren dronken en agressief en de sfeer tussen de militairen en de burgers was zeer gespannen. Legercommandant generaal Lucien Bahuma wilde per telefoon niet reageren op het gedrag van zijn mannen.

Het Wereldvoedselprogramma (WFP) deelde zaterdag voedsel uit, maar volgens de vluchtelingen is het veel te weinig. "Ze delen beetje bij beetje voedsel uit", zegt Jacqui Nadaji. "Dit is de eerste keer dat het WFP hier komt. We hebben meer hulp nodig van dit soort organisaties en van de internationale gemeenschap. We hebben onderdak nodig en water, maar vooral voedsel. We hebben allemaal erg honger."