Rusland rekt definitie van hoogverraad op
Het Russische parlement heeft dinsdag razendsnel een nieuwe wet aangenomen waarin de definitie van hoogverraad flink wordt opgerekt. Volgens critici wil president Vladimir Poetin met de wet andersdenkenden in Rusland onderdrukken. Onder Poetin werden eerder al wetten aangenomen waardoor boetes voor protesten drastisch werden verhoogd en hulp aan internationale organisaties aan banden wordt gelegd.
Onder de oude wet werd hoogverraad gedefinieerd als spionage of het bieden van hulp aan een ander land waardoor de Russische veiligheid in het geding komt. Door de nieuwe wet wordt elke handeling die 'de constitutionele orde, de soevereiniteit en de territoriale integriteit' van Rusland in gevaar brengt ook beschouwd als hoogverraad.
De wet is geschreven door de Russische veiligheidsdienst FSB, de opvolger van de ooit zo gevreesde KGB. Ook het bieden van advies of geldelijke steun aan een land of een internationale organisatie, wordt voortaan als hoogverraad beschouwd.
De Doema nam de wet met een overweldigende meerderheid aan en hetzelfde zal waarschijnlijk gebeuren in de Federatieraad, het hogerhuis van het Russische parlement. De straf voor hoogverraad, twintig jaar cel, blijft in de nieuwe wet hetzelfde.
Mensenrechtenactivisten waarschuwen dat de nieuwe wet zo losjes is geformuleerd, dat de regering iedereen met een afwijkende mening als een verrader kan aanduiden. "Ze kunnen elke soort activist hierdoor vastzetten", aldus activist Lev Ponomarjov. "Het is een zwaard van Damocles boven het hoofd van iedereen die contacten met buitenlanders onderhoudt."
Poetin heeft sinds hij in maart voor de derde keer als president werd gekozen de oppositie hard aangepakt. De massale straatprotesten die in de aanloop naar de verkiezingen werden gehouden waren volgens Poetin het werk van Washington, bedoeld om Rusland te ondermijnen. Poetin trok tijdens de campagne regelmatig van leer tegen de Verenigde Staten.