Gevangenentransport Syrië rijdt in hinderlaag
Een vrachtwagen vol gevangenen is zaterdag in het noordwesten van Syrië getroffen door een reeks explosies. Volgens het staatspersbureau en het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten kwamen daarbij zeker veertien mensen om.
Het staatspersbureau SANA ontwaarde in de aanslag op de snelweg van Idlib naar Ariha de hand van 'terroristen'. In het gebied is het leger onlangs meermalen slaags geraakt met naar de oppositie overgelopen militairen. De vrachtwagen werd volgens SANA in 'twee fases' door in totaal vier bommen getroffen. De aanvallers bestookten vervolgens een toesnellende ambulance. Zes politieagenten die het gevangenentransport begeleidden raakten gewond. Enkele van hen zijn in levensgevaar.
Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten reed het konvooi op een stel bermbommen en kwamen daarbij vijftien gevangenen om. De in Londen gevestigde activistenorganisatie zei niet te weten wie de hand had in het bloedbad.
De verantwoordelijkheid voor de aanslag is nog niet opgeëist. In het gebied, dat aan Turkije grenst, opereren veel deserteurs die zich hebben aangesloten bij het zogeheten Vrije Syrische Leger. Een plaatselijke activist, die uit vrees voor vergelding de anonimiteit verkiest, oppert dat de aanslag mogelijk op een misverstand berust. Het Vrije Syrische Leger zou het gevangenentransport voor een legerkonvooi hebben aangezien.