Spastische Hengeloër bijt topje van duim

Heerlijkheid had ons via de newssubmit het volgende te melden:

De lichamelijk gehandicapte V. (33) uit Hengelo staat voor de Almelose rechtbank omdat hij het topje van de rechterduim van de man naast hem in de zaal heeft afgebeten. Het slachtoffer steekt deze vrijdag in de rechtszaal de hand op. ‘De korte stoot lukt niet’, zegt de kleine ondernemer. Hij was net voor zichzelf begonnen, als voeger.

Het verhaal

Recreatieplas ’t Hulsbeek in Oldenzaal, eind juli op een warme zondag. Als V. is wezen zwemmen, wil-ie snoep kopen. Bij de snackbar kruipen anderen voor. Hij schiet in de stress. Hij wil verhaal halen bij de verkopers, maar er wordt niet geluisterd. Als hij meent dat een groep meisjes hem uitlacht, kookt de melk over, zoals strafkamer-president mr. P. Derks het zegt. Als het slachtoffer hem tot kalmte wil manen, valt V. op de grond. Hij heeft een arm van de voeger vast. De Hengeloër zet de tanden in de duim en bijt keihard. Hij spuugt een half kootje in ’t zand. "Ik schrok. Ik dacht: nou krijg ik nog aids ook." De gevolgen zijn vreselijk.

Het slachtoffer kan het schudden met zijn nieuwbakken bedrijfje in voegwerk. "Ik heb alles bij elkaar verdiend met gereedschap, gezond verstand en mijn handen." Werken is voorlopig passé. De chirurg denkt dat de pijn aan de kortere duim pas over een jaar weg is. Eerst vraagt hij twee ton smartengeld, maar dat is ook zijn eigen advocaat mr. P. Seelen te gortig. "Doe daar maar een nul af." Wel heeft de voeger al 60 mille materiële schade geleden en springen deurwaarders in z’n nek. Hij vraagt 12.500 gulden voorschot.
Een expert schetst V.’s trieste achtergrond. Door een hersenbeschadiging bij de geboorte is-ie spastisch. Het tekent zijn leven en de kijk op de andere sexe. De deskundige noemt V. (sterk) verminderd toerekeningsvatbaar. Officier justitie mr. H. Bloebaum proeft uit de opmerking over aids weinig mededogen bij V. Hij spreekt van "een onbegrijpelijk soort feit". Hij vindt het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bewezen, maar kijkt ook naar V.’s achtergrond.

De eis: 60 uur werken, zes maanden voorwaardelijk, reclasseringscontact en het gevraagde voorschot. V. spreekt het laatste woord. "Als je gehandicapt bent, word je daar altijd op aangekeken. Het is voor hem nu ook heel zwaar. Ik heb er spijt van. Als die meisjes niet zo hadden gelachen..."