Toyota in Formule 1
Het is een verwijzing naar alle bombarie waarmee bijvoorbeeld BAR in 1998 de Formule 1 kwam binnenstormen. De stal had de grootste mond, maar behaalde tot nu toe weinig resultaten. Toyota doet het liever met beleid. Het stelde de entree in de hoogste autosportklasse al een jaar uit, om zich extra goed voor te kunnen bereiden, en nam de miljoenen boete voor behoud van de startplaats op de koop toe.
De Japanners bouwden in een gloednieuwe fabriek in Keulen de afgelopen negentien maanden een eigen wagen, een rood-witte fraai gemodelleerde krachtbron, zo bleek gisteren. Toyota start een intensief testprogramma, vooral op Paul Ricard, om de wagen in 2002 aan de start te zetten. Het huurde twee ervaren coureurs in voor die klus: de 34-jarige Fin Mika Salo, die zeven jaar Formule-1-ervaring heeft, en de 31-jarige Brit Allan McNisch, voorheen testrijder van McLaren en Benetton en winnaar van de 24-uursraces van Le Mans en Daytona.
Toyota bereidt de entree minutieus voor. Het probeerde eerst andere raceklassen uit, zoals het WK rally, Le Mans en de CART-series. Toen de derde autofabrikant ter wereld succesvol bleek, besloot het concern de stap naar het echte werk te wagen.
"Het is de kracht, inzet en passie van het hele team die zullen bepalen of het wat wordt of niet", meende Andersson. "Het zal veel tijd kosten. We willen eerst de best mogelijke auto maken. Dan kunnen we pas denken aan, of dromen van het meedingen naar de titel."
Salo en McNish zijn door hun ervaring bruikbaar de Toyota te helpen ontwikkelen. Of ze ook volgend jaar Formule 1 zullen rijden is nog maar de vraag. Salo ziet het wel zitten. "Formule 1 heeft een nieuw dominant team nodig. Hopelijk is dat Toyota. Daarom zit ik hier."
