vuur en schieten

‘Papa, ik kan niet slapen.’
‘Hoe komt dat jochie?’
‘Ik ben bang, ik moet steeds aan enge dingen denken.’
‘Wat voor enge dingen dan?’
‘Vuur… en schieten…’

Soms schaam ik me tegenover mijn kinderen voor de wereld waarin wij leven. Een wereld waarin we massaal automatische wapens kopen om onszelf te kunnen verdedigen. Een wereld waarin sporthelden geen helden blijken te zijn omdat ze al vijftien jaar de boel besodemieteren. Een wereld waarin we elkaar afslachten omdat we in een andere god geloven.

‘Vuur… en schieten…’

Ik heb al lang gemerkt dat kinderen verschrikkelijk veel meekrijgen. Van tv, van computerspelletjes, van wat grote mensen allemaal tegen elkaar zeggen. En dan, als we weer tegen onze kinderen praten die aan hun speeltafeltje zitten, zetten we een iets andere stem op en gebruiken we andere woorden. Alsof ze zojuist die explosie uit het voorstukje van Leathal Weapon niet gezien hebben. Alsof ze hun oren dichthouden als we niet direct tegen ze praten. Kinderen zien en horen ALLES. En dat verwerken ze ‘s avonds in bed. Helemaal alleen.

‘Ik moet steeds aan enge dingen denken.’

Laatst plaatste iemand op Facebook een filmpje van een man die onthoofd werd. Er stonden drie mannen naast elkaar. De man aan de linkerkant las een tekst op uit een boekje. De man aan de rechterkant had een mes en de man in het midden was de sjaak. Er gebeurde waar ik al bang voor was voordat ik op ‘play’ tikte. Er werd een hoofd afgesneden. Het was gruwelijk. Ik heb de persoon die het plaatste meteen ontvriend. Na het kijken van het filmpje, dus dat is wel een beetje hypocriet van me. Maar waarom zet iemand zoiets in godsnaam op Facebook.

‘Vuur… en schieten…’

Als mijn kinderen groter worden, zullen ze meer en meer meekrijgen van de werkelijke wereld waarin ze leven. Eigenlijk is dat verschrikkelijk jammer. Bij het woord opblazen denkt mijn zoon nu aan ballonnen. Als hij groter is, zal hij denken aan mensen die zichzelf opblazen om hun god een plezier te doen. Bij het woord fietsen denkt mijn dochter aan het roze fietsmandje waar haar onzichtbare konijntje in kan. Ik denk bij fietsen aan een man die de hele wereld, inclusief zichzelf, vijftien jaar voor de gek heeft gehouden met leugens. Gek geworden door macht en geld.

‘Ik moet steeds aan enge dingen denken.’

Ik hoor vandaag de dag veel mensen klagen over het nieuws en dat dat vooral gaat over sneeuw, over files, over de Elfstedentocht, over Ton en Heleen en Rafael en Sylvie. Non-nieuws noemen ze dat. Die mensen mopperen over gebrek aan aandacht voor Syrië en Mali. Ik vind het heerlijk. Doe maar de hele dag Telegraaf-nieuws. Totdat mijn zoon ‘s avonds tegen mij zegt:

‘Papa, ik kan niet slapen.’
‘Hoe komt dat jochie.’
‘Ik vind het allemaal zo spannend.’
‘Wat dan?’
‘Of Rafael en Sylvia bij elkaar komen… en of De Tocht nou doorgaat en zo.’

Hij is nog veel te jong om de waarheid te weten over de wereld waarin hij opgroeit. Vuur… en schieten… Eigenlijk zijn we allemaal te jong.