Op dinsdag 17 december vond er in Haarlem een zogenoemde luchtvaartzitting plaats. Een vrouw en drie mannen die verdacht worden strafbare feiten binnen de burgerluchtvaart te hebben gepleegd moesten zich voor de rechter verantwoorden.
Het ging om drie ordeverstorende passagiers en een man die met een drone vloog boven een gevangenis in Heerhugowaard om twee mobiele telefoons te droppen.
Bemanningsleden geduwd en geslagen
De eerste verdachte die voor de politierechter verscheen was een 31-jarige vrouw uit Amsterdam. Zij wordt ervan verdacht op 5 juli 2023 aan boord van een vliegtuig, tijdens een vlucht van Birmingham (Engeland), naar Schiphol, twee personeelsleden te hebben mishandeld. Zo greep ze een ‘flight attendant’ vast bij zijn polsen, duwde en sloeg hem. Ook zijn collega werd geduwd en geslagen. Deze mishandeling vond plaats terwijl het vliegtuig al aan de gate stond, met de deuren open en derhalve niet meer ‘in vlucht’ was.
De officier heeft gewezen op meerdere strafverzwarende omstandigheden. Het feit heeft immers plaatsgevonden binnen de kleine ruimte van een vliegtuig, tegen bemanningsleden én onder invloed van alcohol. Er werd een taakstraf geëist van 120 uur waarvan 40 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met vergoeding van de immateriële schade van een van de slachtoffers ter hoogte van 400 euro. De politierechter heeft verdachte veroordeeld voor mishandeling door bemanningsleden te slaan. Voor de overige geweldshandelingen werd verdachte vrijgesproken.
De politierechter heeft verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur waarvan 30 uur voorwaardelijk met een proeftijd 2 jaar. Ook moet de vrouw een schadevergoeding van 200 euro betalen. De politierechter kwam tot een lagere straf omdat er minder geweldshandelingen bewezen konden worden.
Gevaar na aanranding en duw stewardess
De tweede verdachte was een 40-jarige man uit Amersfoort. Hij wordt ervan verdacht op 22 juli 2023 geweld te hebben gebruikt aan boord van een vliegtuig dat vloog van Schiphol naar Dalaman (Turkije). De man greep een stewardess bij haar borsten en duwde haar. Hierna zou hij hebben geprobeerd een bemanningslid te slaan. Toen meerdere personeelsleden en passagiers de man in bedwang probeerden te houden, verzette hij zich daartegen. Hierdoor ontstond er een worsteling. Dit leverde een gevaarlijke situatie op aan boord. De bemanning heeft zich meer dan één uur met het incident bezig moeten houden, de gezagvoerder heeft zelfs voorbereidingen getroffen om een tussenlanding te maken. Deze tussenlanding bleek uiteindelijk niet nodig.
Verdachte kon zich niets meer van het incident herinneren. Hij verklaarde onder invloed van alcohol te zijn geweest en dat hij angst had in verband met zijn zieke vader waar hij naartoe onderweg was. Verdachte betuigde ter zitting spijt en bood zijn excuses aan.
De officier heeft gewezen op de ernst van dit feit waarbij er gevaar voor de veiligheid van het luchtvaartuig te duchten is geweest, en de lichamelijk integriteit van de bemanning is aangetast. Er werd een taakstraf geëist van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. De politierechter heeft verdachte veroordeeld conform de eis van de officier van justitie.
Passagier geslagen door ‘vlieg op gezicht’
De derde verdachte die voor de rechter verscheen was een 32-jarige man uit Assendelft. Hij wordt ervan verdacht op 15 juni 2024 aan boord van een vlucht van Bangkok naar Amsterdam uit het niets een passagier in zijn gezicht te hebben geslagen die op dat moment rustig een film zat te kijken. Verdachte verklaarde bij zijn aanhouding dat hij iemand had geslagen omdat er een vlieg op zijn gezicht zat. Verdachte verklaarde ter zitting dat hij enkel een ‘tikje’ zou hebben gegeven. In dit geval is er geen sprake geweest van gevaar voor het luchtvaartuig en is verdachte enkel vervolgd voor mishandeling. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 21 dagen waarvan 20 dagen voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 2 jaar. De politierechter veroordeelde de verdachte voor de mishandeling en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf ter hoogte van 14 dagen, waarvan 13 dagen voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 1 jaar.
Droppen telefoons met drone
De vierde verdachte moest zich voor de rechter verantwoorden wordt ervan verdacht op 25 mei 2024 als exploitant van een drone, zonder vergunning, boven de gevangenis in Heerhugowaard te hebben gevlogen om daar mobiele telefoons en een oplader te droppen. De man wordt er tevens van verdacht zich als exploitant van een drone boven de 250 gram, met een camera, niet te hebben geregistreerd als exploitant. Voorts zou verdachte de telefoons daadwerkelijk binnen de muren van de gevangenis van Heerhugowaard hebben gebracht.
Verdachte werd veroordeeld voor het vliegen van een drone boven de gevangenis van Heerhugowaard, terwijl hij daarvoor geen vergunning had. Ook werd verdachte veroordeeld voor het binnensmokkelen van de mobiele telefoons binnen de gevangenismuren. Verdachte werd vrijgesproken van het feit dat verdachte zich niet als exploitant had geregistreerd. De kantonrechter volgde de officier van justitie niet in zijn stelling dat het een feit van algemene bekendheid is dat de betreffende drone (een Phantom 4 Pro) meer dan 250 gram is en bovendien een camera heeft. In het dossier was daarvoor volgens de kantonrechter onvoldoende bewijs aanwezig.
De officier van justitie eiste voor de verschillende feiten een taakstraf van in totaal 100 uur. De kantonrechter veroordeelde verdachte tot het betalen van een geldboete van 700 euro voor het vliegen van de drone en een taakstraf voor de duur van 40 uur voor binnensmokkelen van de telefoons. De rechter heeft besloten dat verdachte de drone alsmede de telefoons niet terug krijgt, omdat die zijn gebruikt voor een strafbaar feit (verbeurd verklaard).
De terugkeer van Trump betekent een klap voor de energietransitie. Nog nooit heeft de VS zoveel olie opgepompt als afgelopen jaar en onder Trump zal dit alleen maar verder toenemen. Dat geldt ook voor de export van vloeibaar aardgas (LNG). Volgens Kredietverzekeraar Allianz Trade kan de Europese gasprijs hierdoor de komende vijf jaar met meer dan 15% dalen.
Johan Geeroms, Director Risk Underwriting Benelux van Allianz Trade: “Trump heeft zijn kiezers beloofd de inflatie te beteugelen. Dat wil hij bereiken door de olieprijs te drukken door extra olieproductie. Alles wijst erop dat de olie-industrie vrij baan krijgt. Kijk naar zijn olievriendjes die hij op sleutelposities zet in het kabinet.” Geeroms doelt op ‘olieboer’ Doug Burgum van Noord-Dakota en Chris Wright, CEO van frackingbedrijf Liberty Energy.
LNG-export stijgt
De VS hebben zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een belangrijke leverancier van vloeibaar aardgas (LNG), vooral als vervanging voor Russisch gas na de oorlog in Oekraïne. Geeroms: “Biden heeft de bouw van nieuwe LNG-terminals tegengehouden. Daar zal Trump meteen een eind aan maken. Ook zal hij de miljarden dollars aan subsidies en leningen voor het versnellen van de energietransitie aanpakken. Meer LNG-export voelen Europese burgers en bedrijven direct in hun portemonnee. Volgens onze researchafdeling kan de gasprijs in Europa door extra LNG-export de komende vijf jaar met meer dan 15% dalen.”
Geeroms wijst erop dat Trump in zijn eerste ambtstermijn al tal van milieuregels schrapte, zoals het Clean Power Plan en strengere emissiestandaarden voor voertuigen. De verwachting is dat hij deze lijn opnieuw zal voortzetten. “Die koerswijziging ondermijnt niet alleen de Amerikaanse inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, maar ook mondiaal frustreert het klimaatbeleid. Minder financiering voor duurzame energieprojecten en minder internationale samenwerking zetten de Parijse klimaatdoelen zwaar onder druk.”
Break even-niveau
De Verenigde Staten zijn al de grootste olieproducent ter wereld, met een productie van bijna 13 miljoen vaten per dag in 2023. De verwachting is dat de olieproductie onder Trump alleen maar verder zal toenemen. Geeroms: “Trump belooft de brandstofprijzen te verlagen, maar zo eenvoudig zal dat nog niet gaan. De kosten van olieproductie liggen nu al dicht bij het break even-niveau. En extra productiecapaciteit zal pas op de middellange termijn effect hebben.”
Verder wijst Geeroms op Iran. “De kans is groot dat Trump opnieuw zware sancties zal opleggen om de Iraanse olie-export terug te dringen. Nieuwe sancties kunnen de spanningen op de oliemarkt aanjagen. Wij denken dat de olieprijs hierdoor mogelijk met 5 à 10% zal stijgen. Dit zou niet alleen de inflatie wereldwijd verhogen, maar ook spanningen in het Midden-Oosten opvoeren. Vooral rond de Straat van Hormuz, waar 20% van de mondiale oliehandel doorheen gaat.”
Concluderend stelt Geeroms dat de terugkeer van Trump als president een ernstige bedreiging is voor de mondiale energietransitie en klimaatinspanningen. “De keus voor meer olie en gas lijkt op korte termijn economisch aantrekkelijk, maar op lange termijn kan het desastreus uitpakken voor het milieu en ook voor de stabiliteit van de mondiale energievoorziening. Juist nu er samenwerking nodig is om klimaatdoelen te bereiken, lijkt Trump de klok terug te draaien.”
Het vermogen van ouders bepaalt steeds meer hoe kapitaalkrachtig hun kinderen later zijn. Dit geldt vooral voor kinderen van ouders met de hoogste vermogens. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) dat de samenhang tussen de vermogensposities van ouders en kinderen tussen 1992 en 2022 in kaart brengt.
Door de toegenomen algehele welvaart in deze periode hebben kinderen in de meeste gevallen meer kapitaal dan hun ouders op dezelfde leeftijd. Maar deze algehele stijging gaat gepaard met grote onderlinge verschillen: kinderen van ouders met de hoogste vermogens staan steeds vaker zelf ook hoog op de vermogensladder, terwijl kinderen van ouders met de laagste vermogens er minder op vooruit gaan en moeilijker opklimmen op de vermogensladder.
Het CPB onderzocht de vermogensposities van ouders en kinderen rond 40-jarige leeftijd. Erfenissen spelen bij de gevonden samenhang tussen de vermogensposities van ouders en kinderen op die leeftijd nog niet of nauwelijks een rol. Vermogende ouders geven tijdens hun leven hun kinderen al eerder steuntjes in de rug. Op latere leeftijd kunnen erfenissen de gevonden samenhang in vermogensposities nog verder versterken.
Sterke vermogensgroei
Door de sterke algehele vermogensgroei tussen 1992 en 2022 heeft driekwart van de veertigers meer vermogen dan hun ouders op dezelfde leeftijd. Veel kinderen hebben geprofiteerd van de sterke vermogensgroei, onder meer als gevolg van de stijgende huizenprijzen ten opzichte van de consumenteninflatie. Kinderen van ouders met de 10% laagste vermogens hebben bijna allemaal meer vermogen dan hun ouders op dezelfde leeftijd.
Samenhang sterker in de top
In de top is de samenhang tussen de vermogensposities van ouders en kinderen het sterkst. Kinderen van ouders die behoren tot de 1% mensen met de grootste vermogens, behoren als 40-jarige gemiddeld tot de 20% meest vermogende huishoudens van het land. Kinderen van ouders uit de top 0,01% behoren zelfs tot de 4% meest vermogenden. Voor kinderen van ouders met de 20% laagste vermogens is de samenhang met de vermogenspositie van hun ouders het minst sterk.
Doorgeven van vermogen
Er zijn verschillende manieren waardoor de vermogenspositie van ouders kan worden doorgegeven aan hun kinderen. Zo kunnen ouders met een vermogen hun kinderen op jonge leeftijd een startkapitaal geven, of op latere leeftijd door een schenking ondersteunen, bijvoorbeeld bij het aankopen van een woning. Ook kunnen ouders indirect helpen door hulp te bieden bij de opleiding en de ontwikkeling van andere vaardigheden, waardoor kinderen beter in staat zijn hun vermogen te laten groeien.
In Frankrijk heeft de politie een internationaal netwerk ontmanteld dat afbeeldingen van seksueel geweld tegen kinderen verspreidde.
Volgens de autoriteiten werden 95 mannen tussen de 16 en 74 jaar gearresteerd. Onder de arrestanten bevinden zich de directeur van een jongerenorganisatie, een sportleraar en een loco-burgemeester. Ruim 16.000 mensen in 130 landen waren bij het netwerk geregistreerd. Er werd ongeveer 200 terabyte aan afbeeldingen en video’s van misbruik uitgewisseld – onder meer via de berichtendienst Signal.
De Europese Unie bereidt mogelijke steun voor Syrië voor. Op hun top in Brussel riepen de staatshoofden en regeringsleiders de Europese Commissie en EU-buitenlandchef Kallas op om voorstellen te ontwerpen.
De val van oud-dictator Assad is een historische kans voor het land. Het zou mogelijk zijn de economische sancties op te heffen en wederopbouwhulp te verlenen. Het is nog onduidelijk hoe om te gaan met de islamistische HTS-militie, die de opstand tegen Assad leidde. Deze groep staat op de terroristenlijst.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten vier voormalig bestuurders van ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO) niet te vervolgen voor het feitelijk leidinggeven aan het overtreden van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) door ABN AMRO.
Het OM concludeert na onderzoek dat er onvoldoende bewijs is om de voormalig bestuurders te vervolgen. ABN AMRO betaalde in april 2021 een transactiebedrag van 480 miljoen euro aan de Staat wegens overtreden van de Wwft en schuldwitwassen.
Het OM komt na zeer omvangrijk onderzoek, dat is uitgevoerd door de FIOD, tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs is om de verdachten persoonlijk strafrechtelijk verantwoordelijk te houden voor de strafbare feiten die bij de bank hebben plaatsgevonden. In de periode dat ze bestuurder waren, is onder hun verantwoordelijkheid gewerkt aan de naleving van de Wwft.
Het onderzoek, dat plaatsvond onder leiding van het Functioneel Parket wijst uit dat de voormalig bestuurders ieder hun rol hebben gepakt ofwel acties hebben ondernomen die geschikt zouden moeten zijn om de tekortkomingen te verhelpen of te verminderen. Achteraf bezien hadden deze inspanningen niet direct het gewenste effect. Het onderzoek heeft niet aangetoond dat extra maatregelen voorhanden waren die de Wwft-problematiek binnen afzienbare tijd hadden kunnen stopzetten of substantieel verminderen.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Voor strafbaar feitelijk leidinggeven zal moeten worden vastgesteld dat de leidinggevende op de hoogte was van de strafbare gedragingen bij de bank en dat de leidinggevende bewust niets of te weinig heeft ondernomen om deze strafbare gedragingen te doen stoppen. Daarbij is ook relevant of extra maatregelen ertoe zouden hebben geleid dat de strafbare gedragingen bij de bank zouden worden beëindigd of in ieder geval substantieel zouden worden verminderd. Het OM is op basis van de onderzoeksbevindingen van oordeel dat, gelet op het juridische kader, niet kan worden aangetoond dat sprake is van strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Sepot
Het OM seponeert de strafzaken tegen de voormalig bestuurders. Daarmee eindigt het strafrechtelijk onderzoek.
Hoge transactie
In april 2021 heeft ABN AMRO een transactiebedrag van 480 miljoen euro aan de Staat betaald en daarmee verantwoording afgelegd voor de jarenlange en structurele overtreding van de Wwft. Dat gebeurde op een dusdanige wijze dat de bank ook schuldwitwassen werd verweten. De transactieovereenkomst met ABN AMRO is volgens het OM een weerspiegeling van de ernst van de strafbare feiten gepleegd door de bank, die is tekortgeschoten in haar rol als poortwachter. Instellingen zoals banken hebben een belangrijke rol als poortwachter om het financiële systeem tegen witwassen en terrorismefinanciering te beschermen.