Noorse langlaufers oppermachtig naar wereldtitel, Zweedse dames pakken ook goud

Op het wereldkampioenschap langlaufen in Oberstdorf was het zondag tijd voor de eerste niet-individuele wedstrijd van het toernooi: de teamsprint in vrije stijl, waarin de twee leden van elk team om en om in totaal drie ronden per atleet afwerken.

Vrouwen
Met Maja Dahlqvist en kersvers wereldkampioene Jonna Sundling was Zweden zonder meer de topfavoriet, met Tiril Udnes Weng en Maiken Caspersen Falla was uiteraard ook Noorwegen gevaarlijk en Anamarija Lampic en Eva Urevc gingen voor een Zwitserse medaille. Yulia Stupak/Natalia Nepryaeva (Rusland), Rosie Brennan/Sadie Bjornsen (VS) en Laurien van der Graaff/Nadine Fähndrich (Zwitserland) hadden ook kansen, het was een sterk bezette finale.

De eerste ronde voor de eerste en tweede loopsters van de teams leverde weinig verschillen op, ondanks wat struikelpartijen in het middenveld. Zweden hield het tempo in elk geval hoog, Rusland en Noorwegen zaten er prima bij. Sundling gooide het tempo in haar tweede ronde nog eens omhoog en wisselde voor de laatste keer op Dahlqvist; Slovenië, Rusland, de VS, Noorwegen en Zwitserland zaten er op het tandvlees nog bij.

Stupak haald Dahlqvist bij, Nepryaeva en Sundling gingen zo als eersten de slotronde in. Urevc moest afhaken bij Brennan, Weng en Van der Graaff, wiens teamgenoten om het brons leken te strijden. Fähndrich sloot zowaar aan bij Sudling en Nepryaeva, die er vervolgens af moest. In een geweldige sprint om goud bleek Sundling de beste: goud voor Zweden, zilver voor Zwitserland en het brons ging toch naar Slovenië, want Lampic knokte zich in de slotmeters nog langs Nepryaeva.

Mannen
Ook hier een sterk veld, met vier favoriete landen: Noorwegen met Erik Valnes en Johannes Høsflot Klæbo, Italië met Francesco de Fabiani en Federico Pellegrino, de Fransen Lucas Chanavat en Richard Jouve en Alexander Bolshunov met Gleb Retivykh namens Rusland. De eerste ronde leverde niet veel actie op, maar in zijn tweede ronde gaf Bolshunov er een snok op. De Rus sloeg zo een klein gaatje naar Noorwegen, Italië en Frankrijk, maar de race was nog lang.

Retivykh werd bijgehaald, maar Bolshunov trok opnieuw een flink gat naar Valnes, die de Fin Ristomatti Hakola achter zich aan had. Met Joni Mäki in zien kielzog dichtte Klæbo het gat naar Retivykh en dus leken die drie mannen om de medailles te strijden. Klæbo ging er op het laatste klimmetje met enorme overmacht vandoor en sprintte naar het goud, Mäki klopte Retivykh en hielp Finland aan een verrassende zilveren medaille, voor de Russen.