Van Nieuwenhuizen bij Zweedse verkeersveiligheidtop
Hoe kunnen overheden, bedrijfsleven en verkeersveiligheidsorganisaties gezamenlijk het aantal verkeersslachtoffers wereldwijd terugdringen? Die vraag stond centraal tijdens de Global Road Safety Conference 2020 in Stockholm waar woensdag zo’n 80 ministers uit de hele wereld bij elkaar kwamen.
Op de conferentie, die Zweden samen met de WHO organiseerde, waren ook honderden vertegenwoordigers van de auto-industrie, onderzoeksinstituten en internationale organisaties te gast om te praten over het thema verkeersveiligheid. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) was namens de Nederlandse regering aanwezig.
De minister ontmoette in Stockholm onder meer collega’s uit Polen, Nigeria, Argentinië en IJsland. Ook had Van Nieuwenhuizen een ontmoeting met eurocommissaris Adina Valean. Ze spraken onder meer over het belang van Europees regels voor lichte elektrische voertuigen. Uniforme Europese toelatingseisen voor dit soort voertuigen is een van de aanbevelingen die de Onderzoeksraad voor Veiligheid deed in een rapport over de toelating van verschillende voertuigen op de weg. Europese eisen kunnen voorkomen dat er, zoals nu het geval is, grote verschillen tussen Europese landen zijn als het gaat om de regels voor bijvoorbeeld elektrische steps, scootmobiels of speed-pedelecs. De minister bracht ook de Nederlandse MONO campagne onder de aandacht, die zich richt op het tegenaan van afleiding in het verkeer.
In een panelgesprek met collega’s uit Saoedi Arabië, Mali, Australië, Denemarken en de CEO van truckfabrikant Scania ging Van Nieuwenhuizen in op wat ons land doet op gebied van handhaving, het maken van risico-analyses, het uitwisselen van data, voorlichting en infrastructuur om de verkeersveiligheid te verbeteren. Ze noemde daarbij als goed voorbeeld de succesvolle samenwerking met de verkeersveiligheidscoalitie, waarin tientallen belangenorganisaties, onderzoeksinstituten en verschillende overheden in ons land samenwerken om de verkeersveiligheid te verbeteren.
Tijdens de reis naar Zweden had de minister met vertegenwoordigers van deze Verkeersveiligheidscoalitie, waaronder de ANWB, de SWOV, de VNG en de Fietsersbond en het Verbond van Verzekeraars ook een aantal werkbezoeken. Zo ging de Nederlandse delegatie op bezoek bij VTI en de Cykelfrämjandet, de Zweedse tegenhangers van de SWOV en De Fietsersbond. Ook werd gesproken met een vertegenwoordiging van de auto-industrie over zogenoemde rijtaak ondersteunende systemen (ADAS). Deze systemen, zoals adaptive cruise control en lane-keeping, kunnen bijdragen aan meer verkeersveiligheid. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat bestuurders begrijpen hoe ze deze systemen op de juiste manier gebruiken.
Op initiatief van de ANWB sprak Van Nieuwenhuizen ook met haar collega’s uit Zweden en het Verenigd Koninkrijk in aanwezigheid van ANWB directeur Frits van Bruggen en de speciale VN-gezant voor verkeersveiligheid, Jean Todt. Naar aanleiding van dit gesprek over de nieuwe uitdagingen waar deze van oudsher koplopende landen tegenaan lopen, nodigde Van Nieuwenhuizen haar Zweedse en Britse collega uit om binnenkort naar ons land te komen om te spreken over verdere samenwerking. Onder meer in de strijd tegen afleiding in het verkeer en het toenemend aantal ouderen dat slachtoffer wordt van een verkeersongeval.