Nieuws

Pedo-partij PNVD wil doorstart maken als stichting

Monique Verlind (DJMO)

Nadat Norbert de Jonge vanmorgen bekend maakte aan het huilen was dat pedofielen gediscrimineerd worden door de anti-discriminatiewet, laat het bestuur van de voormalige politieke partij Partij voor de Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit, nu weten komend jaar een doorstart te willen maken als stichting. 

Lees ook: Pedo is boos: "anti-discriminatiewet discrimineert pedo's"

Het bestuur zou gaan bestaan uit Ad van den Berg, Norbert de Jonge, Nelson Maatman en Marthijn Uittenbogaard. Op de vraag wat ze met het oprichten van de stichting willen bereiken en of ze niet bang zijn voor een verbod zoals destijds ook pedoclub Martijn werd verboden hebben we vooralsnog geen antwoord gekregen van de de stichting in spé.

Update 22:15 uur
Inmiddels heeft het bestuur in spé geantwoord op onze vragen. Zo stellen ze dat ze invloed willen verkrijgen op het overheidsbeleid door middel het voeren van oppositie. Op de vraag waarom ze dan nu een stichting willen oprichten in plaats van een vereniging luidt het antwoord: “De PNVD was - en wordt weer - een politieke partij. Juridisch werd destijds anders geoordeeld over de PNVD als politieke partij (geen verbod) dan over pedofielenvereniging Martijn (wel een verbod). Beide waren verenigingen. Dat we nu kiezen voor een stichting is niet omdat we denken daarmee de kans op een verbod te verkleinen, maar omdat we ervoor kiezen aan de slag te gaan zonder leden.”

Op de vraag of ze weer mee willen doen aan de Tweede Kamerverkiezingen luidt het antwoord vooralsnog nee: “Het is momenteel niet onze bedoeling in de Tweede Kamer te komen. Een partij moet om mee te kunnen doen aan de verkiezingen een vereniging zijn (met volledige rechtsbevoegdheid). Indien t.z.t. de steun groot genoeg is kunnen we besluiten de stichting om te zetten naar een vereniging.” Op de vraag of de stichting to be niet bang is voor een verbod zoals op vereniging Martijn kregen we het antwoord: “Pedofielen zitten in het verdomhoekje, dus angst voor een verbod is er altijd.”