Nieuw wetboek moet rompslomp terugdringen

Een nieuw Wetboek van Strafvordering moet een einde maken aan te ver doorgeschoten administratieve rompslomp voor de politie. Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) wil de modernisering van het wetboek nog deze kabinetsperiode afronden, meldt zijn ministerie donderdag.

In het wetboek staan alle regels waaraan politie, het Openbaar Ministerie, rechters en advocaten zich moeten houden in het strafproces, vanaf de opsporing tot en met de uitvoering van de straf. Hoewel het wetboek op de schop gaat, blijven de uitgangspunten en beginselen ongewijzigd.

De rek is volgens het ministerie uit het oude wetboek. Het dateert uit 1926 en is sindsdien niet minder dan 323 keer gewijzigd. Zo moesten fouten worden gerepareerd en zijn steeds nieuwe artikelen toegevoegd. "Het wordt steeds moeilijker om de juiste regels te vinden in een oerwoud van wettelijke maatregelen en oplossingen. Bovendien valt het niet mee om Europese richtlijnen in te passen", stelt het ministerie.

De administratieve belasting is daarbij volgens het ministerie te ver doorgeschoten vanwege verplichtingen die geen toegevoegde waarde hebben, maar wel het opsporingsproces sterk belasten. Zo moet de politie herhaaldelijk dezelfde informatie aanleveren in één onderzoek. Aanpassing moet leiden tot verbetering van de slagkracht bij politie en Openbaar Ministerie.

Een belangrijke reden voor de vernieuwing van het wetboek is volgens voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak Frits Bakker verder dat de partijen in de strafketen obstakels ondervinden wanneer informatie van de ene partij naar de andere moet. "De stroomlijning van de strafrechtketen is belangrijk. Voor de burger zal het nieuwe Wetboek van Strafrecht toegankelijker en begrijpelijker moeten zijn. En voor de partijen die ermee moeten werken, moet het de lastige hobbels wegnemen. Het kan efficiënter, zonder in te leveren op de in eeuwen opgebouwde waarborgen voor een zorgvuldig strafproces."