Rechtspraak: risico's aan scheiden zonder rechter

Mensen die hun huwelijk laten ontbinden door een ambtenaar zijn lang niet altijd sneller en goedkoper uit dan bij de rechtbank. Dat stelt de Raad voor de Rechtspraak in een advies over een wetsvoorstel van staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD). De raad wijst daarin op de kans op problemen achteraf.

Sinds 2009 is tussenkomst van een rechter weer verplicht bij een scheiding, net als de bijstand van een advocaat. De eerdere zogenoemde flitsscheiding bij de burgerlijke stand, ingevoerd in 2001, stuitte vooral op problemen in het buitenland.

Teeven wil nu toch weer dat echtparen hun scheiding voortaan kunnen regelen via de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ze moeten het dan wel onderling eens zijn en geen minderjarige kinderen hebben.

De belangenorganisatie van de rechterlijke macht is bang dat zonder tussenkomst van een rechter achteraf problemen ontstaan over de gemaakte afspraken en alsnog een gang naar de rechter nodig is. Mensen komen zonder juridische bijstand misschien tot een besluit zonder dat ze alle gevolgen overzien, aldus de raad.

De raad vraagt zich af of ook bij de nieuwe aanpak van Teeven niet weer problemen in het buitenland ontstaan. Bovendien denkt de raad dat de werkdruk voor de rechtspraak niet wezenlijk afneemt door de nieuwe scheidingsroute. "Een aantal mensen zal toch liever naar de rechter gaan, vanwege de zekerheid die een rechterlijke uitspraak biedt."

Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 34 duizend echtscheidingen uitgesproken. Bij veertienduizend daarvan zijn geen minderjarigen betrokken voor wie een ouderschapsplan moet worden opgesteld. Teeven verwacht dat de ambtenaar van de burgerlijke stand in ruim de helft van die veertienduizend de echtscheiding kan uitspreken.