Gratis pinnen in Europa
Het besluit dat de EU-ministers voor de Interne Markt gisteren namen, is een overwinning voor EU-Commissaris Bolkestein, het Europees Parlement (EP) en tal van consumentenorganisaties. Zij begrepen niet waarom pinnen in het buitenland ƒ4 duurder zou moeten zijn dan geld uit de muur halen in eigen land. Alle EU-lidstaten minus Denemarken, Zweden en Groot-Brittannië hebben dan immers dezelfde munt.
De banken hadden nog zeker tot 2006 hoge kosten willen blijven rekenen voor de transacties in en naar het buitenland. Zij voerden aan dat hun kosten voor pinnen over de grens en voor buitenlandse overschrijvingen hoger waren dan voor soortgelijke transacties in het binnenland. Zij claimden nog zeker vier jaar nodig te hebben om hun electronische infrastructuur aan te passen aan de de euro, waarvoor 30 jaar geleden de basis werd gelegd.
De onwil van de banken om hun klanten tegemoet te komen, riep grote bezwaren op bij zowel het EP als de Europese Commissie. Zij verweten de banken het vertrouwen in de nieuwe munt te ondermijnen. Toen Bolkestein er als EU-Commissaris voor de Interne Markt niet in slaagde de banken op andere gedachten te brengen, kwam hij met een dwingende regeling. Die stuitte in september op verzet van de EU-ministers van Financiën. "Een vreemd voorstel voor een liberaal Commissaris", schimpte Zalm. Maar een maand later floten de staats- en regeringsleiders hun ministers van Financiën terug.
