Homefront
Gespeeld op PlayStation 3
Ook beschikbaar op Xbox 360 en PC
Hoe zou het zijn om als burger mee te vechten in een verloren oorlog aan het thuisfront? Wat zou je voelen als je het afschuwelijke leed van je landgenoten van dichtbij mee zou maken en het kwaad van de bezetter moest tolereren? Dit soort kwesties worden vaak door films en boeken behandeld. Het blijft immers een sterk onderwerp dat voor empathie zorgt bij veel kijkers en lezers, maar zou diezelfde materie ook voor gamers voor een emotionele ervaring kunnen zorgen?
Homefront speelt zicht af in een toekomst waar Amerika economisch verwoest is en Noord-Korea de wereld hardhandig heeft veroverd. Zo'n opzet is lastig in te slikken, maar het is videogamerealistisch en het wordt goed genoeg gerechtvaardigd. Het spel begint dan ook met een geschiedenisles, maar plaatst je al snel in de schoenen van een Amerikaanse ex-soldaat die gearresteerd wordt door de Koreanen. Tijdens de busrit op weg naar een concentratiekamp zie je op elke straathoek een nieuw tragedie. Ouders die koel worden doodgeschoten voor de ogen van hun peuter, mensen die bruut worden neergeslagen en holle klanken van huilende kinderen. Deze terreurbeelden zouden niet misstaan in een dramatische oorlogsfilm. De toon is gezet.
Over datum
Even later word je door leden van het verzet bevrijd. Je pakt een geweer en het spel switcht naar de iconische first-person camerahoek met het wapen rechts in beeld. Wat hierna volgt is net zo herkenbaar als die camerahoek, Homefront is namelijk een game die precies bereid is volgens de instructies van het FPS-recept. De ingrediënten zijn smaken die we allemaal kennen: een onderdeel met een gemonteerd machinegeweer achter op een auto zodat je op andere vehikels kunt knallen, een sluiplevel waar je ook moet snipen op commando en slow-motion deuren intrappen en schieten op een paar vijanden die iemand gegijzeld houden. Het is alsof elk spel van dit genre dezelfde structuur moet hebben. De ingrediënten zijn helaas niet gaar genoeg gekookt. Het voelt namelijk gekopieerd van andere shooters en helaas ook geforceerd - er is niets nieuws aan de formule toegevoegd. Er is ook nog een helikopterlevel (eveneens typisch), maar die is verder wel aardig.
De twist die Homefront dus moet onderscheiden van de concurrentie is het persoonlijk getinte verhaal. Deze schiet echter tekort omdat het uiteindelijk een simpele shooter is met af en toe schokkend oorlogsgeweld. Je voelt niets voor de personages omdat je ze nooit leert kennen. Gemiste kans overigens, want in het eerste uur was er een moment waar het geweer even werd weggelegd en je met een paar personages een gesprekje kon aangaan. Uiteindelijk zie je deze mensen nooit meer terug en komen zulke momenten weinig meer voor.
Het is ook moeilijk om met de ellende die omstanders meemaken mee te leven. De schokkende beelden voelen gemaakt - afgekeken van films - en passen niet in de context van een Call of Duty-kloon. Waar je het ene moment een onschuldig persoon gruwelijk gemarteld ziet worden, zit je in het andere zelf tientallen mensen op te blazen, terwijl je maat "I thought I smelled Korean barbacue" brult. Er is een te groot contrast met de emotie die het spel tracht over te brengen en de actie die zich op het scherm afspeelt. De kwaadaardige Koreanen zijn overigens net zo slecht uitgewerkt als de Helghast. Het zijn vijanden met een zware helm op die in een vreemde taal naar je krijsen en alleen bestaan om je kogels op te zuigen. Het is moeilijk om anonieme tegenstanders te haten, iets waar het spel hevig op probeert in te spelen.
Rechte streep
Na plusminus vijf uur zie je de
afiteling al in beeld verschijnen. Velen zullen zo'n korte duur
onacceptabel vinden, maar is acht of tien uur armoede dan beter? In Homefronts geval
misschien wel, want het spel is simpelweg incompleet. Het eindigt
plotseling, zonder catharsis en midden in het verhaal. Dit is geen
spannende cliffhanger, maar gewoon goedkoop, alsof het verhaal met een slagersmes
grof doormidden gehakt is. Sowieso was de hele reis een ondermaatse ervaring. Kaos
Studios' creatie is indien mogelijk namelijk meer lineair en scripted dan Final Fantasy XIII of welke standaard FPS dan ook. De
‘rollercoaster-ride'-opzet is niet alleen slecht voor het verhaal,
maar het is bovendien verkeerd uitgevoerd.
Het spel geeft je namelijk het gevoel een passagier te zijn in plaats van de bestuurder van de ervaring. Andere lineaire games maskeren het beter en geven je de indruk dat je enigszins macht en controle hebt. Homefront breekt de immersie op twee manieren. Ten eerste zijn er overal evidente onzichtbare muren. Zelfs in open velden zonder zichtbare obstakels zul je er plotseling tegenaan lopen. Ten tweede zul je gedurende een groot deel van het spel dezelfde mission objective groot boven in beeld zien verschijnen; ‘follow Connor'. Je zult altijd achter je collega aanlopen. Alleen hij mag gesloten deuren open maken en ladders mag je ook pas na hem beklimmen. Homefront is dus niet alleen een rechte streep, maar tevens een streep, met overal uithangborden, die je alleen mag doorkruisen met toestemming van anderen.
Call of Duty X Battlefield
Uiteindelijk blijkt de
multiplayer zoals in andere moderne shooters het echte gerecht, daar
waar de singleplayer slechts de pietluttige garnituur is. Het is dan ook
het enige wat Homefront redt van een vergeten bestaan waar games zoals Turning Point: Fall of Liberty en Legendary verturen. De multiplayer heeft namelijk wél een unieke twist en
een tikje originaliteit. Er zijn slechts twee modi, maar wel de twee
die iedereen altijd speelt. Team Deathmatch is standaard natuurlijk en
de andere heet Ground Control. Denk hierbij aan de benkende 'Conquest'-modus van Battlefield, waar je met een team drie basissen probeert te veroveren.
De multiplayer is zoals gewoonlijk aangekleed met een progressiesysteem met levels, perks en unlocks. Gelukkig heeft het twee eigen elementen toegevoegd die het geheel een nieuwe insteek en dynamiek geven. Allereerst heb je de zogenoemde Battle Points. Dit zijn punten die je verdient door bepaalde acties te doen tijdens de wedstrijd, zoals een tegenstander ombrengen of helpen een basis te veroveren. Deze punten kun je vervolgens direct gebruiken om een wapen of gadget te kopen. Met diezelfde punten kun je ook voertuigen zoals tanks en helikopters aanschaffen, maar deze kun je pas vanuit het wacht-scherm selecteren als je doodgaat. Hoe meer punten een item kost, hoe sterker/waardevoller het is. Aan jou de keus om te besluiten of je je punten opspaart of juist gelijk inzet.
Dit nieuwe laagje strategie is een leuke vernieuwing, maar daar blijft het niet bij. Battle Commander is een extra variant die je kunt spelen in de twee modi. Als je in BC een paar kills achter elkaar maakt krijg je een ster, daarbij incassser je ook een beloning zoals ‘extra HP' of ‘extra snelheid'. Het toffe hieraan is dat een paar, willekeurig door de AI gekozen, mensen van de tegenpartij jouw algemene locatie in hun scherm zien en de opdracht krijgen jou te mollen voor extra punten. Blijf je echter kills maken zonder om te komen dan kan je meter oplopen tot vijf sterren. Je wordt steeds sterker met elke ster, maar ook steeds meer berucht en gezocht door meer tegenstanders, tot je op gegeven moment zichtbaar bent voor de hele tegenpartij. Dit is een originele draai aan het killstreak-systeem dat voor spannende momenten zorgt als je bezig bent aan zo'n reeks.
De multiplayer van Homefront zou voortreffelijk zijn ware het niet dat er zoveel betere alternatieven zijn. De first-person shooter is de meest competitieve genre in games, er is geen gebrek aan online-vuurgevechten. Andere games hebben in vergelijking met het product van Kaos bijvoorbeeld veel groter aanbod en variatie aan maps, modi, voertuigen en wapens. De multiplayer stijgt niet boven de concurrentie uit en is daardoor niet meer dan degelijk.
Conclusie
Homefront is als de bekende Batman-schurk Two-Face; de
ene helft is afzichtelijk misvormd en de andere ziet er doorsnee
uit. De singleplayer van dit spel is waardeloos en nietsbetekenend door de
onoriginele structuur, de generieke actie en het incomplete verhaal. Bovendien
is het overtollig lineair tot het punt dat de intelligentie van de speler beledigd wordt. De multiplayer is echter degelijk en absoluut vermakkelijk. Als
de configuratie multiplayer die deze game aanbiedt net jouw ding is zou het heel
misschien de moeite waard kunnen zijn. Ik zou echter Two-Face ondanks dat hij
een goede kant heeft, nooit op zijn bek pakken.
Pluspunten |
Minpunten |
Cijfer |
+ Solide multiplayer |
- Singleplayer is een mislukking |
4,0
|
- Absurd lineair |
||
- Campaign is totaal onorigineel |