Eigenaar schip Fremantle Highway vangt bot in kort geding

De bestuursrechter is de aangewezen rechter om aan de hand van een volledig dossier te beoordelen of het schip de Fremantle Highway een afvalstof is. Bij de (gewone) kort gedingrechter is eigenaar KMS aan het verkeerde adres.

Dat volgt uit een uitspraak in een kort geding bij de rechtbank Den Haag. Vorig jaar brak er brand uit op het schip. KMS wil het schip vervoeren naar China voor reparatie, maar de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ziet het schip als afvalstof waardoor het niet zomaar getransporteerd mag worden. KMS spande daarop dit kort geding aan. De rechter verklaart KMS niet-ontvankelijk in haar vorderingen.

Brand
Op 25 juli 2023 is brand uitgebroken aan boord van het schip Fremantle Highway. Hierdoor ontstond schade aan de lading, elektrische en hybride voertuigen, en aan het schip zelf. Nadat de brand was geblust is het schip eerst naar de Eemshaven en later naar de haven in Rotterdam gesleept. Daar bevindt het zich sinds 23 september 2023. Op 3 oktober 2023 hebben de eigenaren het schip verkocht aan het bedrijf KMS dat zetelt in Vijfhuizen.

KMS wil de Fremantle Highway laten vervoeren naar China om daar te worden gerepareerd. De Inspectie Leefomgeving en Transport wil niet zomaar meewerken aan de reis naar China. Zij vindt dat het schip door de brand een afvalstof is. ILT vindt dat dat er eerst een zogenoemde kennisgeving op grond van Europese regels moet worden gedaan. Als die er is, met een dossier met noodzakelijke informatie, kan er snel beslist worden of het schip wel of niet naar China kan worden gebracht. Mocht KMS het niet eens zijn met de beslissing die dan genomen wordt, dan kan het bedrijf naar de bestuursrechter om een voorlopige (spoed)voorziening te vragen, vindt de ILT.

KMS vindt  een kennisgevingprocedure niet nodig omdat het schip geen afvalstof is. Het bedrijf wil via dit kort geding bereiken dat het schip alsnog naar China kan worden gevaren. 

Oordeel rechtbank
De kortgedingrechter oordeelt dat de kennisgevingsprocedure de juiste weg is voor een goede beoordeling van de staat van het schip. Dan komen alle belangrijke gegevens op tafel. Dat KMS vindt dat er geen sprake is van afvalstof, maakt dit niet anders. Als de ILT erbij blijft dat het schip wel een afvalstof is, dan kan KMS bezwaar aantekenen en in beroep gaan bij de bestuursrechter. Die rechter is primair geëquipeerd om aan de hand van het volledige dossier duidelijkheid te geven of het schip als afvalstof moet worden aangemerkt.

KMS kan hangende de behandeling van het bezwaar, op korte termijn een voorlopige voorziening vragen om zo een voorlopig rechterlijk oordeel hierover te krijgen. Zo kan KMS toch op relatief korte termijn een toetsing krijgen van het standpunt van de ILT door de (voor kwesties als deze gespecialiseerde) bestuursrechter, oordeelt de kortgedingrechter. Daarom is de weg naar de civiele rechter afgesloten.