1,5 jaar cel en tbs voor ontucht en bezit exorbitante hoeveelheid kinderporno
Een 57-jarige Haarlemmer is veroordeeld tot een gevangenisstraf van anderhalf jaar en tbs met voorwaarden. Hij heeft in 2017 een meisje van toen 6 jaar meerdere keren seksueel misbruikt. Ook was de man in het bezit van exorbitante hoeveelheden kinderpornografisch beeldmateriaal.
Ontucht en gewoonte verzamelen kinderpornografische afbeeldingen
Het misbruik vond plaats tijdens logeerpartijtjes bij de verdachte thuis. Het meisje beschouwde de verdachte in die tijd als een grootvader. De verdachte heeft het vertrouwen van het meisje in hem ernstig misbruikt. Het slachtoffer lijdt erg onder dit misbruik en heeft een jaar lang therapie gehad. Daarnaast was verdachte in het bezit van ruim 4,7 miljoen foto’s en meer dan 3.000 films met kinderpornografisch materiaal. De verdachte is na een huiszoeking door de politie en inbeslagname van het toen aangetroffen materiaal nog doorgegaan met downloaden. De rechtbank vindt dat hij er een gewoonte van maakt. Er zaten foto’s en films bij van jonge kinderen die op grove wijze seksueel worden misbruikt. De rechtbank houdt de verdachte mede verantwoordelijk voor het leed dat de afgebeelde kinderen is aangedaan. Hij heeft immers bijgedragen aan het in stand houden van de vraag naar kinderporno en daarmee aan het seksuele misbruik en de exploitatie van deze kinderen.
Niet-ontvankelijk verklaring en vrijspraak verkrachting tweede minderjarige
De verdachte is niet vervolgd of veroordeeld voor het zelf vervaardigen van kinderpornografisch materiaal. Het Openbaar Ministerie had de man wel gedagvaard voor de verkrachting van de vader van het minderjarige meisje. Dit zou in een periode tussen 1991 en 1996 hebben plaatsgevonden, toen de vader zelf nog minderjarig was. De rechtbank heeft het openbaar ministerie hiervoor deels niet-ontvankelijk verklaard omdat het misdrijf verjaard is. Onder de vóór 2013 geldende wet verjaarde het aan de verdachte verweten misdrijf (verkrachting van een minderjarige tussen de 12 en 16 jaar oud) 12 jaar nadat een slachtoffer 18 jaar was geworden. Sinds de wetswijziging van 2013 is dit niet meer het geval. Maar misdrijven die toen al verjaard waren, kunnen niet meer vervolgd worden. Dat is in deze zaak het geval. De verdachte kon nog wel veroordeeld worden voor verkrachting, als vast zou staan dat het slachtoffer op dat moment jonger dan 12 jaar was. Het bewijs daarvan is niet geleverd, volgens de rechtbank.
Ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling geestvermogens
De man heeft onder andere een pedofiele stoornis. Deze stoornis en de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de verdachte speelden een rol bij zijn handelen. Om het aanzienlijke herhalingsgevaar terug te dringen vindt de rechtbank behandeling van de verdachte dringend noodzakelijk. Daarom wordt tbs met voorwaarden opgelegd. De man zal eerst lange tijd intensief in een kliniek worden behandeld en daarna onder strikte voorwaarden ambulant. Een van de voorwaarden is een contactverbod met het slachtoffer. De man mag ook geen contact met andere minderjarigen zoeken en niet met hen werken. Hij moet verder meewerken aan controles door de politie van zijn computers en andere digitale gegevensdragers. De tbs-maatregel is dadelijk uitvoerbaar verklaard zodat de behandeling direct aansluitend op de detentie van de verdachte kan beginnen. Het Openbaar Ministerie had naast tbs met voorwaarden ook nog oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Wetboek van Strafrecht gevorderd. De rechtbank vindt dit niet nodig, omdat de verdachte niet eerder is veroordeeld of behandeld en de tbs-maatregel al lang kan duren.
Gevangenisstraf
De rechtbank vindt de feiten zo ernstig dat naast tbs ook een gevangenisstraf op zijn plaats is. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 22 maanden geëist. De rechtbank houdt er bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening mee dat de feiten de verdachte verminderd kunnen worden toegerekend. De rechtbank weegt ook mee dat de verdachte zijn daden bekent en het laakbare ervan inziet. De rechtbank vindt een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van voorarrest passend. De man zit sinds maart 2019 in voorarrest.
Schadevergoeding slachtoffer
Het vrouwelijke slachtoffer had een immateriële schadevergoeding van 5.000 euro gevraagd en ruim 280 euro aan materiële schade. De rechtbank wijst de materiële schade toe en vindt een bedrag van 2.500 euro smartengeld billijk.