'Bezuiniging leidt niet tot klassenjustitie'
De bezuiniging op de rechtsbijstand leidt niet tot klassenjustitie doordat sommige groepen mensen de gang naar de rechter niet langer kunnen betalen. Dat heeft minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) dinsdag gezegd tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer.
De bewindsman werd aan de tand gevoeld door SP'er Jan de Wit over het kritische advies van de Raad van State over de plannen. Dat is 'vernietigend', zei De Wit. Zo bestaat het risico dat de toegang tot het recht wordt belemmerd, citeerde hij uit het advies. Dat is in strijd met de grondwet en het Europese mensenrechtenverdrag.
Opstelten sprak tegen dat het advies van de Raad van State vernietigend is. Hij is daarom niet van plan het plan in te trekken. Wel zijn de voorstellen aangepast naar aanleiding van het advies. Zo zal goed in de gaten worden gehouden welke effecten de maatregel heeft. De Tweede Kamer wordt daarover geïnformeerd.
De minister sprak tegen dat het plan leidt tot klassenjustitie. "Er is geen sprake van klassenjustitie. Er is in Nederland geen klassenjustitie en daar staat het kabinet voor."
Het kabinet wil de 'poortwachtersfunctie' in de rechtsbijstand versterken. Mensen die een aanvraag doen voor een gesubsidieerde advocaat moeten langs een functionaris die het verzoek beoordeelt. Volgens Opstelten is dit 'volstrekt verantwoord en goed'.
Mensen moeten voortaan zelf aantonen dat zij bijgestaan moeten worden door een advocaat die door de staat betaald is. Op dit moment kunnen mensen nog eerst naar een advocaat gaan, en als zij onvoldoende geld hebben om de raadsman te betalen doet die de aanvraag voor sociale rechtsbijstand. Het kabinet wil hiermee 85 miljoen euro besparen.