FOK!toen: Fahrenheit 451
Vanaf vandaag staat de reeks FOK!toen één keer per week in het thema van de film en wat er is er dan mooier dan om te beginnen met een ijzersterke sciencefiction film uit de zestiger jaren, die zelfs na al die jaren nog steeds niks aan kracht heeft ingeboet. De prachtige film Fahrenheit 451 van François Truffaut verscheen op 16 september 1966 voor het eerst in de bioscoop en gaf een behoorlijk naargeestige blik op de nabije toekomst.
De film
Fahrenheit 451 was gebaseerd op het gelijknamige boek van Ray Bradbury en regisseur Truffaut laat ons kennis maken met een wereld waar het verboden is om boeken te lezen of in bezit te hebben. Een speciale eenheid, genaamd de Brandweermannen, heeft carte blanche om om invallen te doen waarbij ze alle boeken die ze tegenkomen in de fik steken. De eenheid draagt uniformen waar het getal 451 op staat. 451 graden Fahrenheit (233 graden Celcius) was volgens Bradbury de temperatuur waarbij papier tot ontbranding komt. Ook Guy Montag (Oskar Werner) is een brandweerman die fanatiek meehelpt om het geschreven woord tot een minimum te beperken, maar op een zeker moment begint het werk hem toch tegen te staan. Montag raakt in gesprek met zijn buurvrouw die hem vraagt of hij de boeken wel eens leest alvorens ze in de hens te steken. Montag begint, na het gesprek, met het verstoppen van boeken in zijn huis en begint ze zelfs te lezen. Het is het begin van een heleboel ellende.
Fahrenheit 451
Voor het ontstaan van het verhaal van Fahrenheit 451 moeten we terug naar het jaar 1947. Het was namelijk in dat jaar dat de jonge schrijver Ray Bradbury begon aan een kort verhaal getiteld Bright Phoenix. Het verhaal ging over een toekomst waarin boeken werden verbrand. Na een aantal aanvullingen en veranderingen verscheen het verhaal in 1951 onder de titel The Fireman in het magazine Galaxy Science Fiction. In de kelder van de UCLA (University of California, Los Angeles) huurde de schrijver een typemachine voor 10 cent per uur en ging aan de slag met nog een uitbreiding van het al bestaande verhaal. In 1953 verscheen bij uitgeverij Ballantine Books het boek Fahrenheit 451. Bradbury was er niet op uit om te schrijven over censuur maar wilde meer een beeld scheppen van een maatschappij waarin de mensen gevoed worden met nieuws via het medium televisie, waardoor de interesse voor het geschreven woord totaal verdwenen is. Het boek werd een groot succes en wordt tot de dag van vandaag tot de betere sciencefiction romans gerekend.
De passie voor boeken was bij Bradbury al op zeer jonge leeftijd ontstaan. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw ging Ray regelmatig naar lokale bibliotheken om te informeren of ze ook boeken hadden van schrijvers zoals H. G. Wells, maar werd keer op keer teleurgesteld. Bradbury las wel over de vernietiging van de rijke bibliotheek van Alexandrië en kreeg zo een eerste beeld van een wereld, waarin boeken werden vernietigd of met censuur te maken kregen. Als tiener gruwde de jonge Amerikaan dan ook van de beelden, van boekverbrandingen die plaatsvonden in nazi-Duitsland. Ook onder het bewind van de communist Stalin moesten schrijvers en dichters vrezen voor hun leven.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog richtte het House Un-American Activities Committee (HUAC) haar vizier op Hollywood. Het was de tijd van de Koude Oorlog en ieder met enige sympathie voor het communisme werd als verdacht beschouwd. In 1947 waren er onderzoeken naar vooraanstaande filmmakers en scenaristen wat leidde tot de beruchte zwarte lijst met de 'Hollywood Ten'. Bradbury ergerde zich sowieso al aan de instelling van de overheid op andersdenkenden maar, nadat de schrijver zelf te maken had gehad met de fratsen van een overijverige bromsnor, kreeg de schrijver inspiratie voor het schrijven van het korte verhaal The Pedestrian, dat de voorloper zou zijn van The Fireman en uit zou groeien tot Fahrenheit 451. Op een avond in 1949 liep Bradbury, samen met een vriend, laat op de avond op straat toen hij door de fanatieke arm der wet aangehouden. Op de vraag van de blauwe mug wat Bradbury aan het doen was antwoorde de schrijver: "De ene voet voor de andere zetten."
Truffaut
De Franse regisseur François Truffaut had in 1959 zijn debuut gemaakt met de film Les Quatre Cents Coups (De Vierhonderd Slagen). De film was het eerste deel uit een succesvolle reeks films rondom het personage Antoine Doinel. Truffaut zou internationaal in 1962 doorbreken met de dramafilm Jules et Jim. Beide films behoorden tot het Nouvelle vague filmstijl waarmee de filmmakers af wilden rekenen met de cliché films uit Hollywood. Ook cineasten zoals Claude Chabrol, Jean-Luc Godard, Alain Resnais, Jacques Rivette en Éric Rohmer maakten gebruik van de experimentele filmstijl, waarin acteurs tegen de kijker leken te spreken, camerabeelden werden gebruikt die vanuit de losse hand waren geschoten en waarbij vaak obscure jazzmuziek als achtergrond werd gebruikt.
Voor het scenario van de film ging Truffaut aan de slag met Jean-Louis Richard. Truffaut had in die tijd ook het aanbod gehad om Bonnie and Clyde te gaan regisseren maar wees deze af om zich totaal op deze sciencefiction film te gaan richten. Het aanbod om de film te gaan maken met scenarist Gore Vidal werd door Truffaut afgewezen. Hij verkoos te werken met Jean-Louis Richard, die eerder al scripts had geleverd voor onder meer La Peau Douce en Mata Hari, Agent H21, maar die natuurlijk wereldberoemd werd met zijn scenario voor de film Emmanuelle in 1974. Bij de totstandkoming van de film was regisseur Truffaut sowieso al opvallend bezig. Zo was dit zijn eerste en enige Engelstalige film en was het ook de eerste keer dat de cineast een film in kleur maakte. Truffaut zou later wel erkennen dat Fahrenheit 451 één van de moeilijkste films uit zijn loopbaan was geweest. Zo waren er regelmatig spanningen op de filmset tussen Truffaut en Werner.
Truffaut wou eigenlijk Charles Aznavour of Jean-Paul Belmondo voor de rol van Guy Montag, maar de filmmaatschappij vonden de twee Franse acteurs nog niet geschikt voor de internationale markt. De rol was ook aangeboden aan Paul Newman, Peter O'Toole en Montgomery Clift, maar ging uiteindelijk naar Oscar Werner, de acteur die eerder al naam had gemaakt met films zoals Jules and Jim (1962), Ship of Fools (1965) en The Spy Who Came in from the Cold (1965). De film werd grotendeels opgenomen in de Pinewood Studios in England. Voor de opnames met de monorail maakte de regisseur opnames op lokatie nabij Orléans in Midden-Frankrijk, 130 kilometer ten zuiden van Parijs. De opnames voor de sinistere sciencefiction film werden op 14 april 1966 afgerond met opnames tijdens een enorme sneeuwstorm.
Het boek en de film
Zoals zo vaak gebeurd week ook bij de verfilming van Fahrenheit 451 het verhaal nogal af van het oorspronkelijke verhaal. Zo kende het boek een nogal grimmig einde waarbij de totale mensheid uitgeroeid zou worden bij een nucleaire oorlog. Bradbury was echter enorm te spreken over de manier waarop Truffaut het verhaal had geëindigd. De regisseur had ervoor gekozen om een afwijkende sciencefiction film te maken en liet zodoende veel van futuristische details uit de film weg. Zo sneuvelde bijvoorbeeld de 'mechanische hond', een robothond die subversieve elementen in de maatschappij wist op te sporen om die vervolgens met injecties te doden. Een ander opvallend verschil in de verhalen is het personage Clarisse McClellan. In het boek van Bradbury is zij een 16-jarig meisje die bij een aanrijding om het leven komt. In de film van Truffaut staat het personage een geheel andere toekomst te wachten. Bradbury was zo onder de indruk van de film van Truffaut dat hij bepaalde dingen uit de film weer verwerkte in zijn theatervoorstelling van Fahrenheit 451.
Truffaut weet op onnavolgbare wijze de grimmigheid van de toekomst vast te leggen op de gevoelige band. Zo lijkt het in begin allemaal wel wat mee te vallen met de boekverbrandingen maar naar mate de film vordert krijgt ook de kijker steeds meer de neiging om er achter te komen wat voor boeken er nou precies worden verbrand. Het leven van Guy Montag is saai en leeg, net als de levens van de andere gezagsgetrouwe burgers. Zijn vrouw Linda slikt voorgeschreven drugs waardoor ze nog maar één doel in haar leven kent. Zo zit ze de hele dag naar een zender te kijken waar De Familie te zien is, een televisieprogramma waarbij de kijkers worden aangesproken als neven en nichten. Linda heeft er dan ook echt alles voor over om toegelaten te worden tot het programma. Eem eveneens opvallend kenmerk in de film is het gebruik van ouderwetse gebruiksvoorwerpen, aangezien Truffaut er niet zo in geloofde dat de toekomst veel verandering zou brengen. Zo zien we Montag zichzelf scheren met een ouderwets scheermes en zien we ook ouderwetse bakelieten telefoontoestellen in plaats van hippe telefoons.
Fahrenheit 451 was tegelijkertijd een lust als een gruwel in het oog van boekenliefhebbers. In de film komen diverse literaire klassiekers voorbij zoals Don Quixote, Othello, the Moor of Venice, Vanity Fair, Madame Bovary, Le monde a coté, Alice's Adventures in Wonderland & Through the Looking-Glass, Gaspard Hauser, Robinson Crusoe, The World of Salvador Dali, Jeanne d'Arc, Life and Loves, The Weather, My Autobiography by Charles Chaplin, Les negres, Confessions of an Irish Rebel, The Ginger Man, Petrouchka, The Catcher In The Rye, The Moon and Sixpence, Lolita, David Copperfield, She Might Have Been Queen, Social Aspects of Disease, The Ethics of Aristotle, The Brothers Karamazov, The Sorrows of Young Werther, Plato's Republic, Pride and Prejudice, Gone with the Wind, Animal Farm, No Orchids for Miss Blandish, Jane Eyre, Moby Dick, The Picture of Dorian Gray, The Adventures of Tom Sawyer, The Trial en Adolf Hitler's Mein Kampf. Ook Cahiers du Cinema en À bout de souffle van Truffaut en The Martian Chronicles en Fahrenheit 451 van Ray Bradbury ontkwamen niet aan de brandstapels.
De ontvangst van de film
De pers was behoorlijk verdeeld in 1966. Zo begreep de ene helft niet waar de eigenzinnige Fransman met zijn naargeestige verhaal naar verwees, terwijl de rest de cineast de hemel in prees vanwege zijn experimentele aanpak van het oorspronkelijke verhaal. Zo noemde regisseur Martin Scorsese Fahrenheit 451 een ondergewaardeerde film, die van grote invloed zou zijn op zijn visie van films maken. Ook de Britse filmcriticus Leslie Halliwell prees de film vanwege zijn 1984-achtige sfeer en de manier waarop de beelden een grotere rol leken te spelen dan de plot van de film. De gerespecteerde Amerikaanse journalist Bosley Crowther schreef in The New York Times dat hij Fahrenheit 451 maar een saaie film had gevonden. In 1967 werd de film ook genomineerd voor een Hugo Award, samen met drie afleveringen uit de serie Star Trek en de sciencefiction klassieker Fantastic Voyage. Verrassend genoeg werd de Star Trek episode 'The Menagerie' de grote winnaar bij de competitie.
De trailer voor Fahrenheit 451