Herfst 2008: zonnig en normale temperatuur

Hoewel de (klimatologische) herfst officieel nog tot en met 20 december duurt, eindigt het om middernacht al voor de meteorologen. Hoog tijd dus voor de weerkundigen om de balans op te maken. De meteorologische herfst, die van 1 september tot en met 30 november duurt, liet dit jaar een gemiddelde temperatuur en neerslaghoeveelheid zien, maar een bovengemiddelde hoeveelheid zonneschijn.

Temperatuur
De gemiddelde temperatuur in De Bilt, lag precies op het langjarig gemiddelde van 10,2 graden. September en oktober waren beide iets kouder dan gemiddeld en november was met 6,9 graden juist een paar tiende graden warmer dan normaal. De warmste herfstdag werd gemeten op 11 september. Het kwik bereikte in Maastricht 27,3 ºC. De laagste temperatuur werd op 24 november in Deelen gemeten; - 7,2 ºC.

Neerslag
Ook de hoeveelheid neerslag was precies gelijk aan het langjarig gemiddelde, namelijk 235 mm. Oktober was met 94 mm de natste maand en september was met 63 mm vrij droog. Het KNMI-meetstation in De Kooy in Noord-Holland kreeg de meeste neerslag over zich heen: 350 mm. Het Limburgse Arcen registreerde slechts 145 mm. De meeste neerslag viel op 5 oktober in noordwest Nederland. Er viel plaatselijk 80 mm in 18 uur tijd; een hoeveelheid die slechts eens in de 100 jaar voorkomt.

Zonneschijn
De herfst van dit jaar was vrij zonnig met 340 uur zonneschijn, tegenover 302 uur normaal. De maanden september en oktober telden beide meer dan twintig uren extra zonneschijn dan normaal verwacht mag worden. De zonnigste regio was het zuidwestelijk kustgebied; hier kon in totaal 375 uur van de zon worden genoten. De 'donkerste' herfst was er voor de inwoners van Eelde en omgeving, waar men het met 300 zonne-uren moest doen.

Overlast
Zoals gezegd had het noordwesten van Nederland op 5 oktober te maken met wateroverlast. Het weer veroorzaakte in november de meeste overlast. Het westen en zuiden van het land hadden op 21 november last van zeer zware windstoten. Op 23 november werden grote delen van het land bedekt onder een laag sneeuw, die op enkele plaatsen op de Veluwe groeide tot een laag van 17 centimeter. De twee daarop volgende dagen kregen delen van het land met gladde wegen te maken, waardoor tientallen ongelukken plaatsvonden.