CBS: uitzetten diersoorten is succes
Het uitzetten van diersoorten die geheel of deels waren verdwenen, is een succes. Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag. De afgelopen dertig jaar zijn negentien diersoorten in het wild uitgezet om de populaties te herstellen. Met name de bever, hamster, boomkikker, ooievaar en het pimpernelblauwtje hebben hun plek gevonden.
Het donker pimpernelblauwtje en de zilveren maan, vlindersoorten, deden het minder goed, evenals de raaf. Het uitzetten van de vlagzalm en de bosparelmoervlinder is mislukt. Voor een aantal andere diersoorten is het nog te vroeg om conclusies te trekken, stelt het CBS.
In totaal was de uitzetting bij ruim vier op de tien dieren succesvol (42 procent); bij een derde was het minder succesvol of mislukt; en bij een kwart is nog geen beoordeling mogelijk.
Het uitzetten van dieren gebeurt al eeuwen. In het verleden ging het dan vooral om soorten waarop gejaagd wordt, zoals wilde zwijnen, herten en konijnen. Tegenwoordig is het doel veelal natuurbescherming, om de populaties te herstellen.