'Pamflet van Geert Mak zit vol fouten'
Mak is een van Nederlands best verkopende auteurs. Hij schreef de bestsellers 'Hoe God verdween uit Jorwerd', 'De eeuw van mijn vader' en 'In Europa'. Vorig jaar ontving hij de NS Publieksprijs en werd hij gekozen tot historicus van het jaar.
Critici hebben de afgelopen weken al vaker uitgehaald naar Maks manifest, dat hij schreef uit bezorgdheid om het politieke klimaat in Nederland na de moord op Van Gogh. Hij ligt vooral onder vuur omdat hij de film Submisson Part 1 - die Van Gogh maakte Ayaan Hirsi Ali - vergelijkt met de beruchte antisemitische film 'Der ewige Jude', die in 1940 werd gemaakt op last van de Duitse minister voor propaganda Joseph Goebbels.
Mak stelt nu dat hij dit nooit zo had moeten opschrijven: ''Had ik het alsjeblieft maar nooit zo gedaan. Maar het is wel zo dat mijn uitspraken over Submission op een bizarre manier uit hun verband worden gerukt.'' Over zijn meest recente werk blijkt de auteur nu zelf ook kritischer te worden: ''Alle discipline, waarmee ik andere boeken geschreven heb, heb ik hier losgelaten.''
Carel Brendel, redacteur van het Algemeen Dagblad, onderwierp 'Gedoemd tot kwetsbaarheid' aan een minutieus onderzoek. Hij constateert dat het boek bol staat van fouten, onbewezen stellingen en twijfelachtige vergelijkingen met fascisme en jodenvervolging. Hij stelde een brief met maar liefst 50 vragen op, die hij naar Mak stuurde. De schrijver weigert echter in te gaan op de vragen, omdat hij besloten heeft tot ''een radiostilte''. Hij liet wel weten onder de indruk te zijn van de vragenlijst.
Enkele vragen van Brendel:
Vraag 9: ''U haalt via het Deense blad Politiken de Kristallnacht erbij. Waarom schrijft u niet dat de Kristallnacht een door de overheid georganiseerde klopjacht was, waarbij de brandstichters vrijuit gingen. In Nederland ging het bij de brandstichtingen in moskeeën om kleine groepjes losse individuen, die vervolging door justitie moesten vrezen en door iedereen werden veroordeeld, ook door Geert Wilders. Waarom wijst u niet op deze levensgrote verschillen?''
Vraag 12: ''Op bladzijde 18 schrijft u dat er na de moord op Van Gogh weinig oog was voor het optreden van burgemeester Cohen en wethouder Aboutaleb. Is het u ontgaan dat alle media uitgebreid verslag hebben gedaan van hun optreden?''
Vraag 29. '' Meent u echt dat de taal in het debat na de moord op Van Gogh kan worden vergeleken met de taal van het Derde Rijk, zoals U op bladzijde 59 schrijft. Kunt u voorbeelden noemen van mensen die op dit moment naar de taal van het Derde Rijk handelen?''
Vraag 40: ''Op pagina 76 schrijft u: 'Wat hier en daar losjes geroepen wordt, wat een columnist opschrijft, kan ineens werkelijkheid worden, keurig regeringsbeleid, verpakt in nette notas en beschaafde troonredes'.
U haalt daarna Hitler in 1930 erbij. U weet toch wel dat de NSDAP op dat moment met 107 zetels de op een na grootste partij was, dat Hitler al eens een mislukte staatsgreep had gepleegd en met zijn knokploegen grootscheepse straatterreur pleegde tegen politieke tegenstanders? Meent u serieus dat rechtse politici in Nederland een vergelijkbare positie innemen?''
Vraag 48. ''Joden hoefden in de 19de eeuw hun godsdienst of identiteit niet in te leveren, schrijft u op bladzijde 85. Moeten moslims dat nu dan wel doen? Mogen ze opeens geen moskeeën meer bouwen of scholen stichten, of op straat een hoofddoekje dragen? Nu we toch joden en moslims vergelijken: kent u voorbeelden van synagogen in de 19de eeuw, waar rabbijnen tegen hun achterban vertelden dat er van Nederland niets deugde?''