Smoorverliefd op mijn collega
Nog eventjes en dan gaat hier in het oosten het tentfeestseizoen weer van start. Er waren tijden dat ik ze allemaal afliep. Tentfeesten. Samen met mijn vriendjes. Ouwe schoenen aan, bloesje. Boertjes waren we. Het mooiste was als er ook kermis bij was. Dan gingen we fotoschieten en de kunst was om allemaal samen op de foto te komen. En dat mikt verdomd lastig hoor, met zeven kameraden in de nek. Toch schoten we vaak raak. Met stapels polaroids in de achterzak gingen we dan bier drinken.
Toen ik van plan was Patty te versieren was er geen kermis. Patty was een meisje van de slagerij bij Albert Heijn. We waren al jaren collega’s en ik vond Patty leuk. Heel erg leuk. Tegen mijn beste vriend had ik gezegd dat ik het tentfeest van vanavond zou aangrijpen om Patty mijn gevoelens voor haar te vertellen. Ze moest nu maar eens weten dat ik dag en nacht aan haar dacht.
Het was een tentfeest als alle andere. Slechte boerenrockmuziek, veel bekenden en bekers bier. Maar haar zag ik niet. Ik wist niet of ik teleurgesteld was of opgelucht. Nu hoefde ik mijn biecht niet te doen en liep ik geen blauwtje. Ik moest mijn liefdesverklaring uitstellen. Misschien kon ik morgen bij Albert Heijn een momentje met haar alleen zijn. Tussen de speklapjes. Ik wilde naar huis, voelde in mijn broekzak of ik mijn fietssleutel nog had en hoorde haar stem. Ze was er toch.
Mijn hartslag verdubbelde. Durf ik het wel? Hoeveel bier heb ik op? Hoe zit mijn haar? Ik twijfelde in een paar seconden over alles, maar moest in actie komen. Van mezelf. Ik dronk mijn doodgeslagen bier op, liet het plastic bekertje vallen en nam snel een kauwgompje. ‘Hoi, kan ik je even spreken’, was mijn geniale openingszin. ‘Loop even mee naar een rustig plekje’. Patty keek verbaasd, maar liep mee. Zou ze mijn hart door mijn kleding heen zien bonzen?
Wat volgde voelde als een alles-of-niets-poging. Misschien gaat ze wel lachen. Ik vroeg me zelfs af of ik ontslag moest nemen als ze nee zou zeggen. Ik kan toch niet meer fatsoenlijk vakkenvullen terwijl de onbereikbare vrouw de hele tijd in dat witte pakje achter de vleeswaren blijft paraderen. Mijn mond ging open en tussen de fietsen in een modderig weiland verklaarde ik Patty de liefde in alle hevigheid. ‘Ik denk hele dagen alleen aan jou’. Ze was stomverbaasd, maar begon me te zoenen. Wat een geluk. Ik tongde met het meisje van de slagerijafdeling. Geen kermis, toch raak geschoten.
Als je interesse hebt, stuur dan een column van jouw hand naar trudynielsen1967@yahoo.com. Of stuur een PM. Je krijgt z.s.m. een reactie.
Eindredactie FOK!columns