Een macabere bezoeker.

En zo kwam het dat de barkeeper van café Eigenzorg troosteloos moest aanzien hoe zijn eigen kroeg langzaam leeg stroomde. Het was sowieso al een magere avond. Er werd natuurlijk weer door zijn eigen stamgasten kritisch geëvalueerd hoe zij het afgelopen jaar zich hier gedragen hadden. Welke vrouwen ze ook alweer van elkaar hadden afgepakt en wie steeds profiteerde van de rondjes bier. Het kon de barkeeper allemaal niet zoveel schelen. Hij maakte zich veel meer zorgen om De Publicist. Hij kwam hier al wat jaartjes maar kreeg nooit zoveel contact met hem. Meestal zat hij in een hoekje met een bak pinda’s en een boek. Maar hij was essentieel voor de kroeg aangezien hij verantwoordelijk was voor de omzet. Zonder hem had hij de kroeg allang kunnen opdoeken.

Ook vanavond zat De publicist aan zijn gewoonlijke tafel. Zijn alcoholistische stressvolle periode was bijna ten einde en dat zou hij eens goed gaan afsluiten. Hij haalde zijn eeltige handen door het kortgeknipte donkere haar waar zich nog enkele resten gel in bevonden. ‘Resten van het onenightstand-kapsel van de avond tevoren,’ zo bedacht hij zich. Waggelend begaf hij zich naar de toog en zetelde zich op een afgesleten barkruk. ‘Welk een sappig poesje zal hier niet gezeten hebben,’ mompelde hij voor zich uit en op commando vertrok hij zijn gezicht tot een verlopen dronkemans-masker. Hij speelde een beetje met zijn half gevulde bierglas terwijl hij naar de barkeeper staarde. ‘ Zo jongen, nu is het haast afgelopen’ . De barkeeper schrok wakker uit zijn eigen melancholische eindejaarsdroom en keek verschrikt naar de mysterieuze man die zo belangrijk voor zijn eigen toko was.


‘ Sorry, wat zei je’
‘ Dat het zo afgelopen is’
‘ Ja, het was een vreemd jaar.’
‘ Zeg dat wel, met al die lelijke wijven hier in
deze tent.'
‘ Nou, nou. Zo erg was het toch niet? Je had
iets met dat grietje, kom hoe heet ze’
‘ Fatima’
‘ Ja, Fatima. Is dat nog iets geworden’
‘ Nee, haar vader sloeg me’
‘ Pardon’
‘ Vanwege mijn negatieve publicatie over die
moskee weet je wel'
‘ Nooit gelezen’
‘ Nee, waarom zou je ook, niemand leest mijn
spul'
‘ Zeg, niet zo negatief. Je hebt toch laatst een
prijs gewonnen'
‘ Die prijs is mij in de aars getrapt kerel’
‘ Die beeldspraak snap ik niet’
‘ Het betrof een kinderboek dat ik al zo’n tien
jaar geleden had geschreven. Bij gebrek aan
beter hebben ze dat weer eens uit de
mottenballen gehaald. Arnon Grunberg kreeg dit
jaar tenminste een echte prijs’

‘ Dat was toch een jeugdvriend van je? ‘
‘ Dat klopt, een goede jeugdvriend zelfs. Tot
hij ereen Italiaanse schoonheid ervandoor ging'
‘ Liefde maakt vriendschap kapot’
‘ Wat ik je brom drankschenker, wat ik je brom’


Er volgt een pijnlijke stilte. De barkeeper zucht diep en vult zijn eigen glas nog eens tot de rand. Het bier van De Publicist stroomt langs zijn rossig baardje en hij gebaart de barkeeper om nog een vol glas voor hem in te schenken.

‘ Schijf je tegenwoordig eigenlijk nog wat. Ik lees zo weinig meer van je’.
‘ Tegenwoordig ben ik bezig met mijn magnum opus ‘
‘ Zozo, dat klinkt veelbelovend’
‘ Wil je een stukje horen’
‘ Maar natuurlijk’
‘ Goed, nou het begin gaat ongeveer zo:

Hel,

Ik hield van haar,
Zeer veel,
Zo diep, in haar flamoes,
Nu heeft zij mij verlaten,
En druppel ik na,
In een chlamydiaroes.

‘ ………..’
‘ Nou, wat zeg je me daarvan, mijn beste
bierschenker'
‘ Het klopt niet’
‘ Wat klopt niet? Wat klopt er godverdomme niet
aan dit meesterwerk'
‘ Je kunt geen druiper krijgen van chlamydia,
wel van gonnoroe'
' Dat kan wel zo zijn, mijn beste, echter
gaat het slechts om de vorm en niet om de SOA
Mijn hel is tenminste een mooiere dan
dit luchtkasteel van je. Het is je eigenzorg'
‘ Ja hoor zo kan ie wel weer. Laten we het
in godsnaam maar hebben over de heftigste
gebeurtenissen van het afgelopen jaar’.
‘ Oja, krijgen we dat weer. Melancholische
terugblikken. Mijmeren over moord en doodslag.
Romantiserend Theo van Gogh de hemel in
prijzen of nog erger Patty Brard door het slijk
halen. Terwijl dat mens mij wel een
onvergetelijke nacht heeft bezorgd.’
‘ Ojajoh’
‘ Ja vandaar ook die SOA, maar erger is de
koppijn die ik kreeg van dat geratel van dat
mens’
‘ Ach zo’
‘ Nee, terugkijken op het jaar is niets voor mij.
Het is toch een grote hel waar wij in leven
man. Heb jij hier ooit gelukkige gezichten
gezien in die tent van je? Heb je ooit een
vrijgezel.
aan de bar zien lachen? Nee, ze lullen dom over
politiek en zuipen zich klem om vervolgens
de volgende dag met barstende hoofdpijn weer
naar hun werk te gaan. En wat veranderen ze
dan aan die klote zooi op aarde? Helemaal niks'
‘ Jeetje wat klink je oud en bitter’
‘ Ik ben verdomme oud en bitter’
‘ Nou, ik kijk wel altijd even terug en memoreer
dan de mooie momenten die hier hebben
plaatsgevonden’

De Publicist haalt zijn neus op, roggelt en spuugt vervolgens op de bar. De barkeeper doet alsof hij niets gezien heeft en schenkt voor zichzelf een glas whisky in.

‘ Maar de positieve gebeurtenissen dan’
‘ Welke positieve gebeurtenissen vriend? De
dood van Hazes? Dat vond ik nog redelijk
positief’
‘ Zeg, over de doden niets dan goeds’
‘ Met als dieptepunt in zijn carrière een
begrafenis in een voetbalstadion’

‘ Dat was toch heel mooi gedaan’
‘ Weet je wat ze met hem hadden moeten doen?
Flamberen en van zijn as illegale whisky
stoken’
‘ Wat ben je toch een nare man, een beetje de
Frits van Egters’
‘ Je kunt dus toch lezen! Maar, dat zal best,
maar het kan mij niet deren. Mijn hel breidt
zich steeds meer uit en ooit zal die hel ook
jou weghalen uit je naïviteit’

De barkeeper begint zich steeds minder op zijn gemak te voelen bij deze macabere bezoeker en probeert het gesprek over een andere boeg te gooien.

‘ Wat ga je met oud op nieuw doen’
‘ Ik ga weg’
‘ Weg, waar naar toe?’
‘ Naar een prachtige vrouw. Samen drinken we de
hele nacht door en vergeet ik even mijn
eigen hel.’
‘ Doe je wel voorzichtig’
‘ Ze weet nog van niks beste barman, maar
iedereen zou mijn hel moeten voelen’
‘ Ik weet het niet, je geeft me een raar gevoel
zo op het eind van het jaar’
‘ Dat is mijn expertise. Maar ik heb er genoeg
van. Jij stemt mij veel te vrolijk. Ik zou er
bijna een gelukzalig gevoel aan overhouden.
Gelukkig nieuwjaar alvast’

De Publicist strompelt van de kruk en valt met een smak op de grond. Enkele minuten is het stil. Hij snurkt. De vloer zit vol splinters en glasscherven. Gewetenskwestie, door laten slapen of hem wakker maken? De barkeeper zucht eens diep en knipt het licht uit.

‘Gelukkig nieuwjaar kerel.’

Dit stuk is mede tot stand gekomen dankzij het chlamydia-gedicht van seborik.