Goedemorgen!

Iedere ochtend buigt Driek Oplopers zich over het nieuws om daarna een lastige vraag te stellen. Vandaag over de gevolgen van een poging om een rechter te wurgen.

Een nederlaag voor onze rechtsstaat. Een wegens overval en moord tot 9 jaar cel veroordeelde man moest in hoger beroep voor het gerechtshof in Den Haag verschijnen. In dat hoger beroep eiste de Officier van Justitie een celstraf van 16 jaar tegen de moordenaar. Na diverse vergeefse pogingen van diens advocaat om de rechters in dat hoger beroep te wraken, werd besloten dat verdere wrakingverzoeken niet meer waren toegestaan. Op de zitting deed de verdachte alsof hij de rechters een document wilde overhandigen, maar plotseling greep hij de voorzitter van de rechtbank bij de keel, in een poging, hem te wurgen. Het gevolg daarvan leidt tot een vraag:

De rechters hebben nu aangegeven, dat ze afstand van de zaak doen omdat het gevaar dreigt, dat ze ervan zouden worden beschuldigd dat ze bij veroordeling niet onpartijdig zouden zijn geweest. Inderdaad, een nederlaag voor de rechtsstaat. Wanneer wrakingverzoeken worden afgewezen, grijp je de rechter gewoon bij de keel, en krijg je alsnog je zin.

Tijd voor een wetswijziging. Kan minister Hrisch Balolin van Justitie mij even laten weten, dat hij vlotjes een wetsvoorstel door de Tweede en Eerste Kamer loodst, waarin wordt geregeld dat, indien de verdachte een rechter, een Officier van Justitie of een griffier aanvalt of bedreigt, de strafrechtszaak ogenblikkelijk wordt gestaakt, en dat automatisch de eis van de Officier wordt toegekend, zonder verder recht op hoger beroep voor de verdachte?