De geest van Joop

GI

Het is een rustige zaterdagmiddag. Ik geef de plant wat water en mezelf wat brood met vlees. De computer zet ik aan, want dat doe ik altijd. De frontpage is nog steeds een vrijhaven voor botmongolen, smilie-posters, Wilders-fans en voor personen die deze categorieën op sublieme wijze weten te combineren. Dan maar een bezoekje aan het forum. De lust is echter niet aanwezig om te reageren.

Oh, wat beween ik onze moderne tijd. We hebben koptelefoons, broodroosters, boordcomputers in de auto, lichtgevende globes, trillende mobiele telefoons, telegraafpalen en rekenmachines die op batterijen werken, maar we hebben geen zingevende kaders meer om op terug te vallen. Ze zijn weggevaagd in de tumult van de laatste decennia. Wat verlang ik terug naar de tijd van priesters met losse handjes die de scholen bestuurden, naar de tijd van aardappelen, groente en vlees op tafel om zes uur, naar de tijd van autoriteit, van orde en tucht, van nazi’s die het dorpsplein rood kleurden met het bloed van verzetstrijders. Niet dat ik het allemaal heb meegemaakt, ik ben immers een kind van de jaren tachtig, maar toch.

Joop den Uyl heeft al dat moois verpest in de vier jaren dat hij met de scepter zwaaide. En uitgerekend zijn geest komt me terroriseren terwijl ik zit te rukken met een KPD-topic op mijn beeldscherm. ‘Wee o wee,’ spreekt de zwevende gedaante met trillende stem, ‘ik ben teruggekomen om je lastig te vallen, Dries!’ Ik antwoord de geest van Joop den Uyl dat ik niet Dries van Agt ben. Een significant verschil is bijvoorbeeld dat hij enkele decennia ouder is. ‘Dan heb ik het verkeerde adres. Mijn excuses, ik heb die TomTom nog niet helemaal uitgedokterd.’

Van het forum geplukt (met toestemming)