COMA Deel VVVVII

Lody (Mister_Monkeyman)

"Ok, laat ik eerst één ding duidelijk maken, ik ben geen gevangene. Scan me maar en je zult zien dat ik geen gedetineerdenchip heb, ook sta ik niet geregistreerd als crimineel. Scan me maar!” Ze steekt haar hand door het tralies, zodat ik haar kan scannen. Wat me opvalt aan haar is dat ze kalm blijft, ondanks de bizarre situatie, haar handen trillen namelijk niet. Ik pak haar hand vast, zo lang geleden is het dat ik een vrouwenhand heb vastgehouden, ik moet meteen aan haar denken, ik heb haar nog steeds niet gezocht.

 “Ga je nog scannen?” Ik was weer in mijn gedachten verdwaald. De scanner gaat langs haar hand en de informatie verschijnt binnen no-time op het scherm. Ik krijg haar persoonlijke gegevens te zien en het blijkt dat ze inderdaad geen crimineel is. In tegenstelling zelfs, ze werkt voor de staat, en als ik wil zien wat ze precies doet voor de staat krijg ik een boodschap te zien met slechts de woorden: Niveau 5 nodig.

“Dat komt omdat mijn baan niet bij het publiek bekend mag worden, alleen hooggeplaatste personen die toegang hebben tot niveau 5 informatie hebben toegang. En voordat je het vraagt, het is het hoogste niveau. Misschien wil je me nu wel helpen? Of moet ik nog eerst echt vertellen wat ik voor werk deed?” Mij maakt het niet uit, ik weet dat Rosetta en Lucas nog niet terug zijn, aangezien ik ze druk bezig zie in de keuken. “Rosetta zit in de keuken? Weet je dat heel zeker?” Ik laat haar de camerabeelden zien, en ze lacht stilletjes van opwinding en blijdschap. “Alsjeblieft, laat me vrij, ik zit hier nu al bijna een maand. Als je me vrijlaat zal ik je wat informatie geven over dit hele coma gebeuren!” Ik zie nu pas dat op de linkermuur van haar cel het teken staat. “Alsjeblieft, laat me vrij! Alleen ik kan het oplossen, voordat het echt te laat is!” Te laat? Te laat waarvoor? Om ze wakker te maken? “Geloof me, het wakker maken van al die mensen zal nooit mogelijk zijn. We kunnen slechts een aantal mensen helpen.” In al de commotie ben ik vergeten me voor te stellen, ik vertel haar mijn naam en ze excuseert me dat ze die van haar nog niet had verteld (wat ook niet hoefde aangezien ik die al op mijn scanner had gezien). Ze heet Roza. Ik zie de vork al in de steel zitten.

“Nee, geloof me. Zij is niet één van hen. Het is slechts toeval dat mijn naam zoveel op die van haar lijkt.” Ik houd me van den domme en vraag haar wat ze precies bedoeld met “hen”? “Je weet wel wie ik bedoel. Niet doen alsof je dom bent, laat me nu maar vrij voordat het te laat is.” Ik zou wel willen, maar ik heb niet bepaald de sleutels bij me om het open te maken. Echter, wel een pistool. Ik vertel Roza dat ze naar achteren moet, ik ga het slot eruit schieten. Een harde knal, veel rook, gelukkig geen alarm. Ik val echter wel flauw neer.

Ik word wakker met een bult op mijn achterhoofd. Ik voel naar mijn pistool, maar ik merk meteen dat ik hem kwijt ben. Roza heeft me neergeslagen. Ik ben knock-out geslagen door een vrouw. Ze heeft tevens mijn mobomedia meegenomen. Kut. Ik kan nu niet zien wat de camera’s registreren. Ik heb gefaald. Ik heb een gevangene laten ontsnappen. Laten we hopen dat er niets ernstigs is gebeurd.

Ik ren als een gek de trappen op, naar boven, naar de plek waar Lucas en Rosetta zouden moeten zijn. Het rare is echter dat het doodstil is. Ik hoor geen geschreeuw, of gehuil. Het is doodstil. Ik weet niet hoe lang ik op de grond heb gelegen. Als ik eenmaal aankom bij de plek zie ik helemaal niks.

Geen bloed. Geen kogelgaten. Niets. Geen Lucas, geen Rosetta, geen Roza. Iedereen is verdwenen zonder een spoor achter te laten. Ikdoorzoek het gehele gebouw met de camera's, ik verken zelfs hele afdelingen. Niets. Ik struikel over de slapende mensen, maar de wakkeren zijn er niet meer. Ben ik gek geworden door de klap op mijn kop? Verkeer ik nu een in een droomstatus? Of heeft die klap me juist geholpen en zat ik al die tijd ervoor in een droomstatus? Ik knijp mezelf en het doet pijn; ik zal dus niet dromen.

Ik ben het zat en moe. Al die dagen rondgelopen, gezocht naar overlevenden, maar niets opgeschoten. Ik ben het zat. Ik ga naar huis. Maar voordat ik vertrek neem ik wat spullen mee.

2 pistolen, en genoeg munitie ervoor, 4 rookgranaten, 4 flashbangs, 1 grote zaklamp en eten en drinken. Ik weet dat ze buiten rondlopen, ik laat me niet nog een keer neerslaan.

Ik ben het zat.