Wat zou er gebeuren als ...

Hadewych (Twinky)
Twinky een huis ging bouwen?

Ik was net aan het denken over mijn naderend vertrek, en vroeg me toen af waarom studenten allemaal in kleine kamertjes wonen. Dat moet toch beter kunnen? Per ongeluk dacht ik er even aan dat ik natuurlijk zelf een huis kon gaan bouwen. Een groot huis van bakstenen. Toen ik daar iets dieper over na dacht, bleek dat misschien niet zo'n geweldig plan te zijn.

Als ik een huis zou gaan bouwen, zou ik beginnen met de bakstenen. Bakstenen zijn namelijk een essentieel onderdeel van een huis, dat weet iedereen. En omdat ik het groot wil aanpakken, bestel ik gewoon een vrachtwagen vol met bakstenen, en dat zijn er vast wel genoeg. Op het moment dat de vrachtwagen dan voor mijn neus staat, op de plek waar mijn prachtige huis komt, begint er toch enige twijfel naar boven te borrelen, en die twijfel wordt alleen maar groter als de vrachtwagen alle stenen voor mijn voeten kiepert. Het zijn namelijk heel erg veel bakstenen, en een heleboel bakstenen gaan niet automatisch in huisvorm. Na even na te denken pak ik mijn fiets en fiets naar de doe-het-zelfzaak in het dorp. Daar koop ik dan cement, want cement is nodig om de bakstenen aan elkaar te plakken. Ik krijg van de doe-het-zelfzaakmeneer een hele grote zak met cementpoeder. Ik dacht dat cement van dat grijze, plakkerige spul was! Met de zak achterop mijn fiets, fiets ik weer terug naar de berg bakstenen die mijn huis moeten gaan vormen.

Op een hoekje van de hoop lees ik de gebruiksaanwijzing op de verpakking van het cementpoeder. Er staat op dat ik water nodig heb en een flinke bak, dus ik fiets terug naar de doe-het-zelfzaak en haal daar een flinke bak. Bij het huis naast de hoop bakstenen, de mensen die zodra mijn zelfgebouwde huis er staat mijn buren zullen zijn, bel ik aan voor water. Ik krijg een tuinslang mee met zo'n spuitding, en daarmee kan ik dus lekker cement maken. Ik kieper de zak cementpoeder in de flinke bak en spuit er met het spuitding water op. Dat gaat best lekker, en als je zo spuit gaat het poeder een beetje dansen. Als ik dan roer met het uiteinde van de tuinslang, ziet het er best wel grijze-smurrie-ig uit. Ik fiets weer naar de doe-het-zelfzaak (heel snel want anders droogt het cement op), want zonder troffel ben je natuurlijk nergens als je een huis gaat bouwen. Dat weet iedereen, maar ik was het een beetje vergeten.

Netjes leg ik een rijtje bakstenen op een platgestampt stukje zand. Met mijn versgekochte troffel kwak ik er een flinke klodder cementsmurrie op. Ik kwakte iets te hard, en het cement vliegt alle kanten op, tot in mijn oog! Zo snel als ik kan ren ik naar mijn fiets en fiets ik naar de dokter, die een mooie pleister op mijn oog plakt. Zo zou het gauw weer beter moeten gaan. Als hij vraagt hoe ik in godsnaam cementsmurrie in mijn oog kon krijgen, moet ik bekennen dat ik een huis aan het bouwen ben. Gelukkig geeft hij mij een paar handige tips. Je moet cementsmurrie niet kwakken, maar voorzichtig uitsmeren. Ook moeten de bakstenen per rijtje een beetje verspringen.

Vol goede moed fiets ik weer terug naar mijn bakstenen. Het cement is een beetje opgedroogd, maar met wat water en stevig roeren gaat het wel weer. Voorzichtig smeer ik, zoals de dokter zei, een laagje cement op het onderste rijtje. Het rijtje daarop verspringt een beetje. Het gaat eigenlijk best lekker! Na een paar rijtjes bakstenen wordt ik toch een beetje moe. Uit mijn jaszak haal ik mijn speciaal meegebrachte pakje appelsap en slurp het lekker leeg, terwijl ik met mijn ene oog kijk naar de vrachtwagen die de bakstenen heeft gebracht. Opeens hoor ik achter me een vreemd geluid. Het lijkt een beetje op 'bwuff'. Als ik me omdraai zie ik dat mijn muurtje is omgevallen. Ik word woest, al het werk voor niks! In mijn opkomende agressie schop ik keihard tegen het muurtje. Zo hard, dat mijn grote teen breekt, dus ik spring weer op de fiets en ga naar de dokter. Die geeft nog een paar goedbedoelde tips en dan fiets ik weer naar mijn huis-in-wording, met teen in het gips. Door de pleister voor mijn ene oog zie ik alleen geen diepte meer en daarom knal ik keihard met mijn hoofd tegen de bakstenenvrachtwagen die nog voor de bakstenenberg staat. Ik voel mijn neus dik worden en er groeit een bult op mijn voorhoofd. Ik baal als een stekker, en zeker als ik zie dat het cement ook nog is opgedroogd.

Dan neem ik een besluit. Ik breng de tuinslang terug naar die vriendelijke mensen, zeg tegen de bakstenenvrachtwagenchauffeur dat hij weer in kan laden, dump de flinke bak met cementbeton in een vuilcontainer en fiets weer naar huis. Naar waar mijn ouders wonen. En als ik dan ga studeren ga ik gewoon op kamers. Niks moeilijk doen met huizen bouwen, want daar zijn Twinky's kennelijk niet voor gemaakt.